Uit onderzoek van de Universiteiten van Utrecht en Wageningen in 2016 en 2017, is gebleken dat de stof hypoglycine A giftig is voor paarden. Deze stof zit in de zaden (de helikoptertjes), het blad en de zaailingen (kiemplantjes) van bepaalde esdoornsoorten. Wanneer een paard deze stof binnenkrijgt doordat hij bladeren, zaden of kiemplantjes eet, kan hij atypische myopathie krijgen.
In Nederland is de Gewone Esdoorn (Acer pseudoplatanus) veelvoorkomend. Deze soort is giftig. Andere veelvoorkomende esdoorns, zoals de Noorse esdoorn en de Veldesdoorn blijken geen hypoglycine A te produceren. Deze bomen zijn daarom niet gevaarlijk. Kijk onderaan dit artikel voor de verschillen tussen deze esdoornsoorten en foto’s van de bladeren en zaden van deze bomen.
Het gekke is, dat vaak niet alle paarden in hetzelfde weiland de ziekte krijgen. Ook zijn er veel weilanden waar giftige esdoorns omheen staan, maar waar nog nooit een paard ziek is geworden. Het vermoeden bestaat dan ook, dat er meerdere factoren zijn bij atypische myopathie en dat de gif-niveaus in de bomen niet altijd even hoog zijn.
Alarmsignalen: hoe zit jouw weiland eruit?
Let op in de herfst en de lente als het weiland van jouw paard de volgende kenmerken heeft:
- Gewone Esdoornbomen (Acer pseudoplatanus) langs de rand
- Sterk afgegraasd
- Vochtig
- Veel dode bladeren
- Paarden worden niet of nauwelijks bijgevoerd
- Weersomslag van warm weer naar koudere en vochtigere omstandigheden
Symptomen van atypische myopathie
De ziekte tast binnen korte tijd bijna alle spieren in het paardenlichaam aan. Dat gaat van kwaad tot erger. Vanaf het begin van de vergiftiging kan je de volgende symptomen zien:
- Trillen en zweten
- Koliekachtige symptomen
- Suf
- Korte, stijve stap
- Harde, pijnlijke spieren
- Donkergekleurde of rode urine (door eiwitafbraak)
- Lichte onderkoeling
- Liggen
- Niet meer op willen / kunnen staan
- Zwaar ademen
Zodra de paarden niet meer kunnen staan, wordt de prognose heel slecht. De meeste van deze paarden sterven binnen twee dagen. Paarden die de eerste vijf dagen overleven, hebben een hogere overlevingskans.
Behandeling van atypische myopathie
Helaas is er geen echt goede behandeling voor weidemyopathie en is de sterfte hoog. Wanneer je snel handelt, is er de meeste kans op herstel.
- Bel direct de dierenarts als je atypische myopathie vermoedt
- Vervoer het paard niet
- Zet het paard in de dichtstbijzijnde stal (loop heel rustig en voorkom stress)
- Houd het paard warm (deken)
- Zorg voor een goed ligbed
- Haal alle andere paarden uit het weiland en houd hen in de gaten
- Als dat laatste echt niet kan, verwijder dan alle bladeren, takken en zaden (ook van andere bomen) uit het weiland en geef de paarden een flinke hoeveelheid hooi of voordroogkuil.
De dierenarts zal het zieke paard bij aankomst als volgt behandelen:
- Infuus geven met vocht en pijnstillers
- Bloedonderzoek doen, de spierwaarden zijn een indicatie voor de diagnose
- Urine-onderzoek doen
De concentratie van het spier-enzym creatine kinase (de CK-waarde) in het bloed, geeft een indicatie van de ernst van de ziekte. Om de diagnose ‘atypische myopathie’ met 100% zekerheid te stellen moeten de concentraties hypoglycine A, methylene cyclopropyl acetic acid (MCPA) en acylcarnitine bepaald worden. Dit kost echter veel tijd en geeft dus alleen een bevestiging achteraf.
Verdere behandeling en verzorging:
- Paarden moeten voldoende water en goed hooi krijgen
- Liggende dieren moeten elke 4 uur op de andere zij gelegd worden
- Pijnstillers en non-steroïde ontstekingsremmers geven via infuus
- Veel vocht geven via infuus (om giftige afvalstoffen uit te spoelen)
- Geven van extra carnitine om afvalstoffen te binden (dit wordt door het lichaam zelf gemaakt, maar afgevangen door de gifstoffen uit de esdoorn)
- Geven van vitamine B2 (riboflavine) om de stofwisseling te helpen
- Geven van vitamine E en/of vitamine C als antioxidant
- Als het paard niet kan plassen, kan een katheter nodig zijn om de blaas te legen
Eventueel kan de dierenarts proberen om de suikerstofwisseling te stimuleren door een behandeling met glucose en insuline. Zo lang de vetstofwisseling niet werkt kan dit het energieniveau van het paard helpen. Wanneer de dierenarts dit wil proberen, moet hij zeer zorgvuldig de bloedwaarden van het paard blijven controleren.
De rol van het weer
Het lijkt erop, dat de weersomstandigheden een belangrijke rol spelen bij het ontstaan van atypische myopathie.
Zo waren er in het voorjaar van 2019 veel gevallen in Nederland. Dat kwam waarschijnlijk omdat de zomer van 2018 heel erg droog was, waardoor de esdoorns veel zaden hadden geproduceerd. Het voorjaar van 2019 was opnieuw erg droog en deels ook kouder dan normaal. Daardoor groeide het gras in de weilanden slecht. Wel waren er – dankzij de vele zaden uit 2018 – ook heel veel esdoornkiemen. Als er weinig grasstaat, gaan paarden die ook eten.
In de herfst wordt de aandoening wordt vooral gezien tijdens of na een periode met koud, nat en winderig weer. Er vallen dan veel bladeren en zaden van de bomen. Jonge paarden en paarden die niet of nauwelijks worden bijgevoerd, lijken bovendien extra kwetsbaar.
Preventie van atypische myopathie
Het is moeilijk om een volledig advies te geven om deze dodelijk ziekte volledig te voorkomen. Dat komt doordat de oorzaak van atypische myopathie of weidemyopathie nog niet volledig bekend is. Er spelen waarschijnlijk meer factoren dan alleen de vergiftiging door bladeren, zaden of kiemen van giftige esdoornsoorten.
Tips voor goed management:
- Controleer de weidepaarden in de herfst en de lente dagelijks
- Geef bij weinig gras voldoende ruwvoer van goede kwaliteit
- Geef de paarden hooi of voordroogkuil in een ruif of hooizak (niet van de grond)
- Voer ook vitaminen/mineralen bij
- Zorg voor voldoende anti-oxidanten in het rantsoen om het immuunsysteem te ondersteunen (vitamine E en C bijvoorbeeld)
- Zorg ervoor dat de paarden geen esdoornblad, -zaden en -kiemen kunnen eten
- Zet de rand van een weiland af als daar esdoornbomen staan
- Bied de dieren een schuilmogelijkheid (niet alleen onder de bomen)
- Verwijder bladeren, zaden en zaailingen uit het weiland
- Laat de paarden bij voorkeur maar enkele uren op de weide (recent is aangetoond dat paarden die minder dan 6 uur weidegang hebben, vrijwel nooit weidemyopathie krijgen)
- Jonge paarden gaan bij voorkeur op een droge weide met goed gras
- Zorg voor schoon drinkwater
- Zet in de herfst of lente geen paarden in een weiland waar de ziekte eerder is voorgekomen
- Natuurgeneeskundigen raden een detox in het voor- en najaar aan voor alle paarden
- Bel direct de dierenarts als je symptomen vermoedt
Antioxidanten voor een gezond paard
Een gezond paard wordt minder snel ziek. In het algemeen is het dus goed om te zorgen dat je paard alle benodigde vitamines en mineralen binnenkrijgt en dat zijn immuunsysteem goed op orde is. Je kunt het immuunsysteem ondersteunen met bijvoorbeeld antioxidanten. Die ondersteunen de spierfunctie, de afvoer van afvalstoffen en de stofwisseling.
Welke esdoorns zijn giftig?
Giftig
De belangrijkste giftige esdoornsoort in Nederland is de Gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus L.). Deze boom heeft bladeren met gezaagde randen aan het blad. De steel kleurt vanaf het blad naar het uiteinde roodachtig. De helicopterzaadjes van de Gewone esdoorn zitten in een hoek van zo’n 90 graden. Dit is een opvallend kenmerk, omdat die hoek bij de andere esdoorns veel groter is, bijna 180 graden.
Niet giftig
Een andere veelvoorkomende boom in Nederland is de Noorse esdoorn (Acer platanoides L.). Deze soort is niet giftig. De bladeren zijn puntig getand en lichter groen dan die van de Gewone esdoorn. De zaden zitten onder een wijde hoek van bijna 180 graden aan elkaar in de helicoptertjes.
In Nederland komt ook de veldesdoorn (Acer campestre L.) ook veel voor. Deze boom is niet giftig. De bladeren zijn veel meer afgerond dan die van de Gewone esdoorn en hebben geen gezaagde rand. De helicoptertjes staan in een hoek van bijna 180 graden.