Het belang van eiwitten in paardenvoeding
Elk paard heeft eiwitten nodig in de voeding, naast koolhydraten en vetten. Eiwitten zijn opgebouwd uit aminozuren, die paarden deels zelf kunnen aanmaken. Het is vooral belangrijk om te zorgen dat de essentiële aminozuren, die een paard niet zelf kan maken, in het rantsoen aanwezig zijn.
Voeding

12 juni '25 • 2 min leestijd
Eiwitten zijn de bouwstoffen voor alle weefsels in het paardenlichaam en betrokken bij bijna alle belangrijke lichaamsprocessen. Een eiwit bestaat uit verschillende aminozuren. Deze aminozuren kunnen via de darmen in de bloedbaan worden opgenomen, na afbraak van de eiwitten door de darmflora. Via het bloed gaan de aminozuren naar de plekken in het paardenlichaam waar ze nodig zijn voor bijvoorbeeld de aanleg van spieren of het herstel van cellen.
Essentiële aminozuren
De eiwitten die in een paardenlichaam voorkomen, zijn opgebouwd uit twintig verschillende aminozuren. Tien daarvan kan een paard zelf aanmaken. De andere tien moeten dus uit de voeding komen. De meerderheid van die zogenaamde ‘essentiële aminozuren’ zit voldoende in ruwvoer. Een aantal aminozuren zit echter regelmatig te weinig in basisvoeding. Dat zijn bijvoorbeeld lysine, methionine en threonine, maar soms ook tryptofaan.
Extra eiwit of aminozuren?
Een paard op vers gras zetten, is een gemakkelijke manier om meer eiwit aan het rantsoen toe te voegen. In gras zitten namelijk veel eiwitten. Als weidegang niet mogelijk is, dan zijn er speciale aminozuurmixen voor paarden die wellicht een eiwittekort hebben, zoals onbespierde paarden of sportpaarden met een hoge behoefte aan eiwit. Hier zitten vooral de essentiële aminozuren in die meestal te weinig in hooi aanwezig zijn, zoals lysine. Een paard kan aminozuren trouwens ook zelf uit eiwitrijke producten halen, bijvoorbeeld uit spirulina-algen of erwteneiwit. Het aminozuurprofiel van deze producten verschilt. Maar kijk ook is bijvoorbeeld naar (gezonde) paardenvoeders met eiwitrijke producten.
Heeft mijn paard het nodig?
Paarden van sobere rassen of paarden die veel grazen en niet zo hard hoeven te werken, hebben meestal genoeg aan een balancer met vitaminen en mineralen. Deze paarden hoef je geen extra eiwitten of aminozuren te geven. Maar wanneer je paard vooral ruwvoer van onbemest land krijgt, is de kans relatief groot dat daar te weinig eiwit in zit. Vooral sportpaarden, veulens en fokmerries kunnen dan een eiwittekort ontwikkelen. Goed om te weten: bijna 40% van de Nederlandse ruwvoermonsters bevat te weinig eiwit.
Ook niet te veel
Hoewel te veel eiwit niet echt ongezond is voor een paard, is het wel inefficiënt en belastend voor het milieu. Een paard zal het overschot aan eiwit namelijk als ammoniak uitplassen. Probeer daarom een goede balans in de eiwitvoorziening te vinden.