Welke voedingsbehoefte heeft mijn oudere paard?
Als je paard ouder wordt, kan zijn voedingsbehoefte veranderen. Maar hoe weet je wanneer je iets aan het rantsoen moet doen? Op welke leeftijd begint dat? En wat moet je dan geven? In dit artikel geven we je tips voor het voeren van je oude(re) paard.
Gewicht
Voeding
13 januari '25 • 8 min leestijd
Sommige paarden krijgen vanaf een jaar of 15 al kenmerken van ouderdom, andere paarden zijn tot ver in de twintig nog zeer actief en gezond. De individuele verschillen zijn dus groot, daarom moet je altijd goed naar je eigen 'oudere' paard kijken voordat je bepaalt wat hij zou moeten eten.
Een ouder paard is ook gewoon een paard
In principe hoeven oudere paarden niet altijd een ander rantsoen te krijgen dan jongere paarden, maar als je paard kwaaltjes heeft of gewichtsproblemen, dan kan dat wel verstandig zijn. Oudere paarden kunnen last krijgen van stijfheid en artrose, een wat meer versleten gebit en/of slappere kauwspieren, lastigere thermoregulatie (waardoor ze het sneller koud of warm hebben), insuline resistentie (PPID en/of cushing) en ontstekingen. Zelfs als ze verder gezond zijn en nog in het werk staan kunnen dit soort dingen de kop op steken. Deze kwaaltjes moet je dus wel in de gaten houden bij het bepalen van het voerbeleid voor je oudere paard. Het is bovendien belangrijk om te bedenken dat, net als bij mensen, een gezonde leefstijl je 'oudje' het langste fit houdt. Dat betekent dus niet alleen het juiste voer, maar ook voldoende (vrije) beweging en contact met soortgenoten. Ook goed om te weten: Oudere paarden hebben dezelfde hoeveelheid vitaminen en mineralen nodig als jongere paarden. Een balancer is dus altijd een goed idee.
Te mager of te dik?
Uit onderzoek in Groot Brittannië is gebleken dat zo'n acht procent van oude paarden te mager te zijn. Daar stond tegenover dat ruim 10 procent te zwaar is. Ook bij oudere paarden is overgewicht dus een relevant probleem. Het kan leiden tot onder meer kreupelheden, hoefbevangenheid en insulineresistentie of EMD. De ontstekingswaarden van oudere paarden die te dik zijn, zijn vaak verhoogd. Afvallen is in dit geval een goede oplossing. Wanneer je oudere paard echter (soms) te mager is, moeten ook factoren zoals nierproblemen, leverziektes en pijnklachten door bijvoorbeeld halsartrose uitgesloten worden. Een pijnlijke hals kan het oncomfortabel maken om van de grond te eten bijvoorbeeld. Ook diarree en infecties en ontstekingen zijn aanwijzingen dat het gewichtsverlies niet alleen door het voerbeleid komt. Er zijn aanwijzingen dat wormenbesmettingen eerder in het leven van het paard voor littekenweefsel in de darmen kan zorgen. Dit kan in sommige gevallen de opname door de darmen verminderen, waardoor paarden sneller vermageren.
Kou en warmte
Vooral in koude winters en hete zomers kan vermagering optreden, mede als gevolg van minder goede warmteregulering bij oudere paarden. Het kan daarom vooral in de wintermaanden slim zijn om extra goed op het rantsoen van je oudere paard te letten. Veel mensen voeren hun oudere paard bijvoorbeeld een geweekte ruwvoervervanger bij in de koude maanden. Dit kost ook minder energie om op te nemen omdat je paard er niet eindeloos op moet kauwen. Ruwvoer is van groot belang omdat de warmteproductie plaats vindt in de dikke en blinde darm, waar de vezels uit ruwvoer door de darmbacteriën worden omgezet in energie. Speciale producten voor oudere paarden hebben meestal vooral zin voor paarden die echt ondergewicht hebben of hebben gehad. Voor paarden die nog niet eerder te mager werden in de winter is een speciaal seniorenproduct vaak niet nodig om op gewicht te blijven. Wederom is het dus belangrijk om naar het individu te kijken.
Check het gebit!
Als een paard een heel slecht gebit heeft of bijvoorbeeld de tandvleesziekte paradontitis, kan dit ook een reden zijn om meer vloeibaar voedsel te geven. Ook krijgen sommige paarden artrose in het gewricht bij het tongbeen, wat tot moeilijker kauwen en slikken kan leiden. Voor alle oudere dieren (en mensen) geldt dat de spiermassa terugloopt. Dat geldt ook voor de kauwspieren! Oudere paarden doen er daarom langer over dan jongere paarden om dezelfde hoeveelheid hooi te kauwen.
Management
Waar moet je op letten bij het oudere paard?
- Paard moet droog kunnen staan en liggen, maar niet langdurig in een box staan ivm voldoende vrije beweging;
- Paard moet zich kunnen beschermen tegen bijvoorbeeld harde wind, regen of sneeuw, in de zomer is schaduw belangrijk;
- Goede verzorging van het gebit en een passend ontwormingsschema is essentieel;
- Paarden met extra haargroei kun je in de zomer scheren als ze het te heet hebben;
- Paarden moeten jaarrond voldoende drinken, dus zorg voor genoeg waterpunten op de juiste hoogte (zeker bij halsartrose);
- Let op je paard en check de bodycondition score regelmatig, pas je voedingsschema aan op wat je ziet bij je paard, zeker als het weer extreem is;
- Een stabiele kudde waarin het oudere paard niet gepest wordt is voordelig;
- Regelmatig hoefonderhoud is heel belangrijk;
- Checks door de dierenarts indien nodig of bij vermoeden van bijvoorbeeld PPID of insulineresistentie.
Voeding: Vier groepen oudere paarden
In een Brits onderzoek naar de voedingsbehoefte van oudere paarden werden vier groepen oudere paarden onderscheiden. Elke groep heeft een andere voedingsbehoefte. In welke groep valt jouw paard?
Groep 1: Gezonde, actieve, paarden op normaal gewicht Dit zijn oudere paarden die nog gezond zijn, een goed gewicht hebben en nog gebruikt worden voor activiteiten of fokkerij. Deze paarden hebben genoeg aan een normaal voedingspatroon, dat rekening houdt met het werk of de fok, net als bij gewone volwassen paarden. Je hoeft dus niets te veranderen.
Groep 2: Paarden die nog actief zijn maar neigen naar overgewicht Oudere paarden die nog actief zijn in het werk of de fokkerij, maar wel de neiging hebben om aan te komen, vormen de tweede groep. Bij deze paarden is het belangrijk dat je overgewicht voorkomt. Het is de kunst om dit uit te balanceren met het risico op vermagering, zeker in de winter en zeker als het paard al wat gebitsproblemen heeft. Voor veel oudere paarden, zeker als ze niet bekend zijn met hoefbevangenheid, is het verstandig om ze iets ronder de winter in te laten gaan. Als een paard echter te dik de winter UIT komt, is het verstandig om ze wat af te laten vallen.
Groep 3: Klinisch gezonde paarden die neigen naar ondergewicht Oudere paarden die gezond zijn, maar hun gezonde gewicht niet meer in stand kunnen houden op een normaal dieet voor volwassen paarden. Zorg er bij deze paarden in elk geval voor dat het gebit is nagekeken en dat er geen sprake is van een wormenbesmetting. Ook de nier- en leverwaarden kun je het beste na laten kijken door de dierenarts. Als dat allemaal in orde is, kun je langzaam maar zeker wat meer gaan voeren, bij voorkeur voersoorten die geen insulinepiek veroorzaken. Denk bijvoorbeeld aan meer grashooi, weekbare grasbrok, suikervrije bietenpulp of sojaschillen. Op deze manier voeg je niet te veel extra zetmeel of suiker toe aan het dieet. Zeker als paarden gevoelig zijn voor hoefbevangenheid is dit heel belangrijk! Je kunt ook olie als extra energiebron toevoegen. Veel paardeneigenaren gebruiken lijnzaadolie, maar zalmolie heeft een beter vetzurenprofiel en wordt door veel paarden erg smakelijk gevonden. Geef niet meer dan 1 ml olie per kg lichaamsgewicht zonder je dierenarts of voedingsdeskundige te raadplegen. Geef zeker niet te veel granen of gewone ‘biks’. Als er al granen in het voer zitten, zorg dat ze ontsloten zijn. Dit gebeurt door verhitting en staat op de verpakking aangegeven. Over het algemeen is weidegang met voldoende gras de allerbeste manier om paarden in de late zomer en herfst op gewicht te krijgen en houden. Dat geeft de beste voorbereiding op de winter.
Groep 4: Bejaarde paarden met een of meerdere aandoeningen Paarden met medische klachten moeten daar uiteraard tegen behandeld worden. Voor wat betreft het voer is het vaak vooral belangrijk dat het paard kan en wil eten wat er voor zijn neus staat. Als dat dan ook nog redelijk aan de benodigde nutriënten voldoet, ben je al een heel eind. Voor paarden met PPID - zeker als ze hoefbevangenheid hebben gehad - is hooi dat arm is aan suikers erg belangrijk. Je kunt het hooi ook weken (3 uur) om er suikers uit te spoelen, maar het beste is het wanneer het suikergehalte sowieso al laag is. Het lastige van hooi spoelen is wel dat met de suikers ook een deel van de energie uit het hooi spoelt, wat kan betekenen dat het paard gaat afvallen. Naast een goede balancer met vitaminen en mineralen hebben deze paarden ook extra behoefte aan aminozuren en omega 3-vetzuren. Magnesium bijgeven is voor dit soort paarden vaak aan te raden. Wanneer je oudere paard gebitsproblemen heeft, kan het een goed idee zijn om wat zachter en korter hooi aan te bieden. Dik, langstengelig hooi is soms niet meer goed te eten voor sommige oudere paarden. Weidegang is ook hier weer het beste, mits dit mogelijk is ivm hoefbevangenheid. Anders is geweekte grasbrok, bietenpulp of een andere ruwvoervervanger een optie. Let wel op met paarden die zich snel verslikken of tekenen van slokdarmverstopping vertonen. Voor deze paarden moet het ruwvoer misschien nog vloeibaarden en 'soepiger' gemaakt worden.
Supplementen
Naast de al eerder genoemde omega 3 vetzuren uit bijvoorbeeld zalmolie en het mineraal magnesium is ook vitamine C belangrijk voor oudere paarden. De gevoeligheid voor luchtwegaandoeningen neemt toe bij oudere paarden en de vitamine C status loopt terug. Jongere paarden maken vitamine C zelf aan, maar bij oudere paarden gaat dat moeizamer. Vitamine C is belangrijk voor de weerstand. Wanneer je toch een hoestje constateert, kan een kruidenextract helpen om de luchtwegen te ondersteunen. Als er geen of weinig vers gras in het rantsoen zit, is ook aanvulling van vitamine E een verstandige keuze voor oudere paarden. Vitamine E speelt een belangrijke rol in het soepel houden van de spieren en het sterk houden van het immuunsysteem.
Bronnen:
Harris, Pat. Nutrition and senior horses. 2013. Vettimes : 18-21. https://www.vettimes.co.uk/app/uploads/wp-post-to-pdf-enhanced-cache/1/nutrition-and-senior-horses.pdf