Welke voeding vermijden voor een paard met insulineresistentie?
Als je paard last heeft van Insuline Resistentie (IR), dan is zijn suikerstofwisseling verstoord. Dit kan ernstige gevolgen hebben voor de gezondheid van je dier en voor zijn prestaties en trainbaarheid. Als je paard tekenen vertoont van IR, is het heel belangrijk om de voeding aan te passen.
Insuline Resistentie

18 april '25 • 2 min leestijd
IR kan ontstaan bij paarden met overgewicht en paarden die te veel suikers uit hun voeding (gras, krachtvoer en hooi) opnemen. De ongevoeligheid voor insuline – en daarmee de verstoring in de stofwisseling – ontstaat door een constante hoge bloedsuikerspiegel. IR kan allerlei ziektes veroorzaken en verergeren. Denk daarbij aan EMS, hoefbevangenheid, cushing en zomerkriebels.
Suikerarm dieet
Voor paarden met IR wordt een dieet met een laag suiker- en zetmeelgehalte aanbevolen. Als je paard te dik is, een harde manenkam heeft of veel schuurt met manen en staart, is het verstandig om suikerrijk voer te vermijden. Dit betekent: zo min mogelijk granen en krachtvoer. In plaats daarvan moet het dieet vooral bestaan uit ruwvoer zoals hooi (en eventueel niet al te suikerrijk gras), omdat ruwvoer veel minder snel tot een piek in de bloedsuikerspiegel leidt. Daarnaast is regelmatige beweging belangrijk om de vetverbranding te stimuleren en de insulinegevoeligheid te verbeteren. Daarbij gaat het om zowel vrije beweging als trainen aan de hand, onder het zadel of voor de wagen.
Pas op met krachtvoer
Suikerarm voeren begint met het vermijden van traditioneel krachtvoer, dat vaak bol staat van de suikers, zetmeel en melasses. Kijk goed op de verpakking, er zijn tegenwoordig ook voldoende alternatieven beschikbaar die veel minder suikers bevatten. Of kies voor alleen een balancerbrokje om de vitaminen- en mineralenbehoefte van je paard te dekken en laat het krachtvoer helemaal achterwege.
Pas op met gras
Gras is heerlijk, maar kan ook heel veel suiker bevatten. Zeker in het voorjaar en de herfst, als het ’s nachts vriest en daarna de zon op het gras staat. Ook gras dat erg kort wordt afgegrazen en gestresst is, kan veel suiker bevatten. Een weide vol met Engels raaigras is niet geschikt voor paarden, want deze grassoort is erg rijk. Er zijn andere grasmengsels beschikbaar die veel beter passen bij de behoefte van paarden. Let er daarnaast op dat je het gras niet met kunstmest behandelt. Ook dat veroorzaakt namelijk torenhoge suikergehaltes. Sobere rassen zoals tinkers en shetlandpony’s kunnen beter helemaal niet onbeperkt in een sappig weiland gezet worden. Maar houd ook andere paarden goed in de gaten, als ze de wei in gaan. Zet ze er bijvoorbeeld pas in als het fructaangehalte wat lager is (later op de ochtend) en zorg ervoor dat ze al wat hooi hebben gegeten voordat ze het gras ingaan.
Test je hooi
Als je paard gevoelig is voor IR kan het bovendien verstandig zijn om je hooi te testen. Zeker de laatste jaren was het Nederlandse hooi vaak erg rijk aan suiker. Er is veel verschil tussen verschillende partijen. Kies voor een IR-gevoelig paard altijd droog, langstengelig en suikerarm hooi.