Hoe ondersteun je een spierbevangen paard?
Spierbevangenheid, ook wel ‘tying up’ of maandagziekte genoemd is een ziekte. Het is niet zomaar een beetje stijfheid. De spierstofwisseling van het paard is op hol geslagen bij spierbevangenheid. Je moet spierbevangenheid direct behandelen. Hoe herken je spierbevangenheid, wat kan je er aan doen en hoe voorkom je deze ernstige aandoening?
Magnesium
Silicium
Vitamine E
17 januari '23 • 4 min leestijd
Spierbevangenheid ontstaat meestal zo’n tien tot vijftien minuten nadat een paard in beweging is geweest. Het is een totale verzuring van de spieren, en dan vooral de spieren van de bovenlijn (rug, lendenen, billen). De verschijnselen lijken soms wat op koliek. Spierbevangenheid is niet altijd gemakkelijk herkenbaar. Een belangrijke aanwijzing is dat spierbevangenheid vooral ontstaat na een zware inspanning, die vooraf is gegaan door enkele dagen met rust, waarin wel hetzelfde voer werd gegeven. Spierbevangenheid begint met stijfheid, harde spieren en niet graag willen lopen. De spieren van de achterhand zijn vaak stijf, gezwollen, hard en pijnlijk. Soms staat het paard te trillen. Een ernstig spierbevangen paard gaat wijdbeens staan of met de voorvoeten naar voren gestrekt. Hij wil niet bewegen. De urine kan in ernstige gevallen roodbruin zijn.
Bel de dierenarts!
Spierbevangenheid is een ernstige aandoening. Bel daarom altijd je dierenarts als je denkt dat je paard spierbevangen zou kunnen zijn. Een paard mag niet bewegen als het spierbevangen is. Daar wordt het alleen maar erger van. Daarom is het ook zo belangrijk dat je spierbevangenheid niet met koliek verwart, want dan moet je vaak juist stappen! Laat je dus goed adviseren.
Op stal met deken
Verdenk je je paard van spierbevangenheid? Zet hem dan op stal, zonder voer en met voldoende drinkwater. Doe een deken op en zorg voor een zachte bodembedekking zodat het paard kan liggen. Laat het paard niet bewegen. Probeer te voorkomen dat je het paard moet vervoeren. De dierenarts kan pijnstillers geven en bloedonderzoek doen.
Hoe ontstaat spierbevangenheid?
Om spierbevangenheid te voorkomen is het belangrijk om te weten hoe het ontstaat. Er zijn twee oorzaken: te veel krachtvoer en plotselinge inspanning. Vaak ontstaat spierbevangenheid door een combinatie van die twee oorzaken. Wanneer een paard een paar dagen rust heeft gehad, maar nog wel dezelfde hoeveelheid krachtvoer heeft gegeten als wanneer hij aan het werk is, dan zijn veel suikers en zetmeel in de spiercellen opgeslagen. Bij een plotselinge heftige inspanning, zoals bijvoorbeeld een wedstrijd of een lange buitenrit, wordt dat overschot aan energie opeens aangesproken. Er vindt dan een zogenaamde anaërobe verbranding plaats in de spiercellen. Dat betekent een omzetting zonder zuurstof. Daardoor ontstaat melkzuur in de spieren. Een klein beetje is niet erg, maar als er veel energie opgeslagen is, ontstaat ook veel melkzuur. Dit zuur beschadigt de spiercellen en dat is erg pijnlijk. Er ontstaat een soort acute ontstekingsreactie in de spieren. Onder normale omstandigheden hebben de spieren een aërobe verbranding (met zuurstof), waarbij geen zuur ontstaat, of alleen kortdurend en in kleine hoeveelheden. Bij een spierbevangen paard loopt de anaerobe verbranding helemaal uit de hand. Overigens kan veel spanning of flinke opwinding ook tot veel melkzuur in de spieren leiden. Nerveuze paarden kunnen daarom gevoeliger zijn voor spierbevangenheid.
Spierbevangenheid voorkomen
De belangrijkste twee dingen die je kan doen om spierbevangenheid bij je paard te voorkomen zijn een goed voerbeleid en een verstandig trainingsschema. Een goed voerbeleid is passend voor jouw paard. De basis bestaat altijd uit meerdere keren per dag (of onbeperkt) kwalitatief goed ruwvoer (liefst onverpakt hooi). Daarnaast heeft je paard vitaminen en mineralen nodig, die je in de vorm van een balancer kan geven. Zeker voor paarden die alleen lichte arbeid verrichten, is dit vaak voldoende. Paarden die hoog in de sport lopen kun je ook krachtvoer geven, afgestemd op de arbeid die ze verrichten. Geef een paard dat stil staat of weinig werk doet nooit grote hoeveelheden suikers en zetmeel. Naast een verstandig voerbeleid, is een verantwoord trainingsschema belangrijk. Dat betekent dagen met een zwaardere training afwisselen met vrije beweging en lichte trainingen. Op de dagen dat je paard minder hard werkt, hoeft hij ook minder energie op te nemen. Vitaminen en mineralen zijn wel van belang.
Spiergezondheid ondersteunen
De spiergezondheid kan je ondersteunen met supplementen waarin magnesium, silicium en vitamine E zitten. Zorg voor goed opneembare supplementen, liefst in vloeibare vorm. Magnesium zorgt ervoor dat de spieren zich kunnen ontspannen na inspanning en helpt ook bij nerveuze paarden. Magnesiumchelaat en magnesiumcitraat zijn goed opneembaar voor paarden. Daarnaast is het mineraal silicium van groot belang voor gezonde pezen, spieren, banden en gewrichten. Dit geef je het beste in gehydrolyseerde, vloeibare vorm, anders is het niet opneembaar voor paarden. Vitamine E zit ruimschoots in gras en hoef je niet bij te geven als je paard halve dagen of langer in de wei staat te grazen. Maar in de winter (of als je paard in een paddock staat) is het verstandig om een goed opneembare vorm van vitamine E aan je paard te geven, liefst met een beetje olie. Voor paarden die meer spieren moeten ontwikkelen kan daarnaast een hoogwaardig eiwit een goed supplement zijn. Bijvoorbeeld erwteneiwit, rijsteiwit of specifieke grasmengsels met een hoger eiwitpercentage. Ook essentiële aminozuren zoals lysine, methionine en threonine kunnen een bijdrage leveren als een paard moeite heeft om spieren op te bouwen.