Gastblog Vitalbix: Hoe kies je een goede balancer?
Een balancer is bedoeld om het evenwicht in het voer van je paard te herstellen. Dat betekent: de vitaminen en mineralen aanvullen die niet in het ruwvoer of gras zitten, afgestemd op de behoefte van jouw paard. Madelief van Vitalbix vertelt aan AskHeltie hoe je een goede keuze maakt voor jouw paard.
Gastblog
Voeding
26 juli '23 • 7 min leestijd
“Als je een paard uitsluitend ruwvoer geeft, dan is er een grote kans op tekorten” vertelt Madelief. “De bodem is arm aan bijvoorbeeld de mineralen koper, zink en selenium. Paarden die niet op de wei staan krijgen meestal ook niet genoeg vitamine A, D en E binnen. Die tekorten aan mineralen en vitaminen zie je vaak niet direct, maar ze komen pas op de langere termijn naar boven. Dat geeft dan allerlei problemen, zoals een lage weerstand, slechte hoeven of vacht en zwakkere spieren, pezen en botten. Het duurt soms jaren voordat een tekort een probleem wordt en je ziet het niet altijd even goed. Gebruik daarom een balancer om de tekorten tijdig aan te vullen.”
Hoe bepaal je wat nodig is?
“Wanneer je een vaste partij hooi hebt, kun je dat laten analyseren inclusief de mineralen. Daarna kan je dan een gepaste balancer uitkiezen. Dat is het mooiste.” Niet iedereen heeft echter die mogelijkheid, erkent Madelief. “Als een hooianalyse niet haalbaar is, of als steeds verschillende partijen gevoerd worden, dan kun je uitgaan van het gemiddelde ruwvoer. Bij Vitalbix gaan we uit van het CVB tabellenboek voor paarden en pony’s. Daarin staan de gemiddelde waardes voor de behoefte van een paard en de gemiddelde waardes van de stoffen die in het ruwvoer zitten. Met die gemiddelden berekent Vitalbix wat er in de balancer moet zitten” legt ze uit. “In 9 van de 10 gevallen kom je daarmee prima uit. In uitzonderingsgevallen kan het hooi een keertje afwijken, maar als je daar maar kleine partijen van voert, is dat eigenlijk ook niet zo heel erg. Daarnaast kun je eventuele afwijkingen vaak ook prima oplossen met een supplement naast je ruwvoer en balancer.” Voor veel paarden is een balancer die op deze berekening is gebaseerd, dus prima.
Wat móet er in een balancer zitten?
“Er zijn een aantal mineralen en vitaminen die je vooral wel in een balancer wilt hebben. Kijk dus altijd goed of die op de verpakking vermeld staan. Zo moet een balancer voldoende koper, zink, selenium, vitamine A, D en E bevatten. Vitamine A en E zijn extra van belang als je paard minder dan vier tot zes uur per dag op het gras staat of veel of zware arbeid verricht.” Naast vitaminen en mineralen zijn ook essentiële aminozuren van groot belang, vertelt Madelief. “Die zitten niet in alle balancers. Essentiële aminozuren heten zo omdat ze onmisbaar zijn en omdat ze via de voeding moeten komen. Paarden kunnen deze aminozuren niet zelf aanmaken. Het gaat onder meer om de stoffen lysine, methionine, threonine en tryptofaan.” De aminozuren zijn de bouwstenen van de eiwitten die de spieren, pezen, hoeven en huid gezond houden. Daarnaast zijn ze erg belangrijk voor de weerstand.
Extra belangrijk in een balancer:
- Koper
- Zink
- Selenium
- Essentiële aminozuren
- Vitamine A en E als je paard niet op de wei staat
Wat moet er NIET in een balancer zitten?
Sommige balancers bevatten toegevoegd ijzer, maar dat zit vaak al ruimschoots voldoende in het ruwvoer. “Dus dat wil je liever niet” vertelt Madelief. IJzer kan bovendien ook in het grondwater zitten dat paarden vaak drinken én het zit in de grondstoffen van balancers. Dan is het ijzer niet toegevoegd, maar zit het er wel in. De totalen zie je namelijk niet altijd op het etiket. “Veel mensen proberen ook producten te gebruiken die laag in suiker en zetmeel zijn, zeker bij paarden die gevoelig zijn voor insulineresistentie en hoefbevangenheid. Omdat je meestal maar weinig voert van een balancer is het suikergehalte wat minder belangrijk” aldus Madelief. “Maar als je zo laag mogelijk wilt zitten, kies dan een balancer zonder melasses.”
Níet in een balancer:
- Toegevoegd ijzer
- Melasses / toegevoegde suiker
Begin bij de basis
“Begin bij de basis en kijk altijd eerst naar je paard, voordat je alles gaat doorrekenen” zegt Madelief. “De basis bestaat uit goed en voldoende ruwvoer. Daar komt dan een goede balancer bij. Merk je ondanks goed ruwvoer en een balancer, dat je paard toch niet helemaal optimaal in zijn vel zit? Of krijgt je paard klachten? Dan kun je verder kijken en bijvoorbeeld je hooi laten analyseren (inclusief mineralen) of het rantsoen van jouw paard door laten rekenen door een voedingsadviseur.”
Een goede keuze maken
Tenslotte nog een aantal tips van Madelief om een goede balancer voor jouw paard uit te zoeken:
- De dagdosering op de verpakking is vaak te laag. Kijk daarom niet alleen naar de aanbevolen dosering van de producent, maar kijk ook of je genoeg geeft. De dagbehoefte van paarden en pony’s is op internet terug te vinden. Als je hier geen ervaring mee hebt, kun je dit waarschijnlijk beter aan een voedingsexpert overlaten.
- Vergelijk balancers van verschillende merken vervolgens op basis van de dagdosering en niet op basis van de hoeveelheid vitaminen of mineralen per kilo. Het kan namelijk zo zijn dat de balancer per kilo heel geconcentreerd is, maar dat je bij de adviesdosering alsnog enkele voedingsstoffen in te kleine hoeveelheden geeft. Check je de mineralen en vitaminen in de aanbevolen dosering, dan kun je de verschillende merken pas echt goed vergelijken.
- Als je paard harder werkt, heeft hij meer nodig. Vaak staat op de verpakking van balancers geen onderscheid in adviesdosering op basis van de hoeveelheid arbeid. Terwijl de behoefte van paarden die meer werk verrichten, ook hoger ligt. Alle macromineralen, calcium, natriumcholoride, kalium, fosfor, spoorelementen worden sneller verbruikt bij matige of zware arbeid. De behoefte aan vitamine A en E neemt zelfs al fors toe vanaf lichte arbeid. Overdoseren gebeurt niet snel, dus bij twijfel kun je beter een hogere dosering aanhouden.
- Houd er ook rekening mee dat het al snel drie maanden duurt voordat tekorten enigszins zijn aangevuld. Wanneer je tekorten vermoedt of als jouw paard eerder geen balancer heeft gekregen, dan is het aan te raden om tijdelijk (de eerste twee maanden) een hogere dosering aan te houden om deze tekorten aan te vullen. Eigenlijk kan je pas na een vol jaar, als een paard door alle seizoenen heen is, goed beoordelen hoe een paard het doet op een nieuw rantsoen.
- B-vitaminen kunnen een goede extra toevoeging zijn aan je balancer. Bijvoorbeeld bij stress, een verstoring in de darmen, zwaardere arbeid of gezondheidsklachten. B-vitaminen zijn geen goedkope toevoeging voor een balancer, dus ze maken een product wel wat duurder. Voor gezonde paarden is deze toevoeging niet altijd nodig.
- Meng een balancer altijd met wat structuurrijk voer zoals een ruwvoermix of structuurmix. Dat zorgt ervoor dat je paard goed moet kauwen en dat is beter voor de vertering.
- Smaken verschillen, ook bij paarden. Een balancer bevat in verhouding veel mineralen en dat geeft een wat zoutige smaak. Daarom kan het zijn dat een paard aan de smaak moet wennen, zeker als hij van een meer traditioneel rantsoen met krachtvoer afkomt. Ook als ze op de weide staan, kan het voer minder aantrekkelijk zijn. Blijf het gewoon aanbieden. Als ze het ècht niet eten, meng de balancer dan met een slobber die laag in suiker is. Let op dat je daarvoor lauwwarm of koud water gebruikt, heet water kan er namelijk voor zorgen dat er vitaminen in de balancer verloren gaan.
- Of een overstap naar een balancer geschikt is voor jouw paard, is sterk afhankelijk van het ruwvoer en het andere voer dat jouw paard nu krijgt. Wanneer je paard meerdere kilo’s krachtvoer per dag krijgt, kan een overstap naar alleen een balancer ineens, best groot zijn. In sommige gevallen eet een paard dan minder goed, of krijgt hij onvoldoende energie binnen. Dan kan je paard futloos worden of afvallen. Gelukkig zijn er tegenwoordig ook gezonde muesli’s, die geconcentreerder zijn dan regulier krachtvoer, weinig zetmeel en suiker bevatten waar de balancer al in zit. Deze muesli’s kunnen een prima optie zijn om de overstap makkelijker te maken. Mocht je toch direct naar een balancer gaan en zien dat jouw paard iets te schraal wordt, geef dan meer ruwvoer en laat het ruwvoer analyseren (bijvoorbeeld met een Quickscan). Dan weet je zeker of het ruwvoer wel voldoende energie- en eiwitten levert. Een gezond paard heeft in principe voldoende aan goed ruwvoer en een balancer, maar bijvoorbeeld een paard in de hogere sport, ouder paard, lacterende merrie of juist een jong paard, kan soms wat extra ondersteuning nodig hebben.
- Als je twijfelt, schakel dan een voeradviseur in, die ook de ruwvoeranalyse meeneemt in de beoordeling.
Je mag ook altijd even contact opnemen met Vitalbix voor gratis voedingsadvies.