Wat is biest en waarom is het zo belangrijk voor het veulen?
Een pasgeboren veulen moet binnen 24 uur voldoende biest drinken bij de moeder. Dat is van enorm belang voor de weerstand en de gezondheid van een jong veulen. Waarom is dat zo? En waarom moet dat zo snel?
Fokkerij

25 maart '25 • 2 min leestijd
Biest is de eerste melk die een merrie produceert. Het wordt ook wel colostrum genoemd en is dikker en geliger van kleur dan de melk die de merrie later gaat geven. Biest is rijk aan essentiële voedingsstoffen zoals vetten, eiwitten, vitamines en mineralen. Daarnaast bevat biest belangrijke antistoffen en immunoglobulinen die het immuunsysteem van het veulen ondersteunen. Deze antistoffen helpen het veulen om zich te beschermen tegen ziektes en infecties in de eerste levensfase.
Weinig afweer
Veulens krijgen, nog minder dan andere jonge zoogdieren, maar heel weinig antistoffen mee van hun moeder als ze nog in de baarmoeder zitten. Die antistoffen komen namelijk niet door de wand van de placenta in het bloed van het veulen. Daarom worden veulens geboren met een incompleet immuunsysteem. Het lichaam van het veulen moet na de geboorte nog leren welke stoffen geweerd moeten worden, liefst zo snel mogelijk. Ieder veulen moet daarom kort na de geboorte voldoende biest opnemen. Dit is een onmisbaar onderdeel van het opbouwen van de afweer tegen ziektekiemen. Veulens die onvoldoende antistoffen via de biest binnenkrijgen, lopen een groot risico op ziektes en zelfs dodelijke infecties.
Eerste 24 uur cruciaal
Het is cruciaal dat een veulen binnen de eerste 24 uur na de geboorte voldoende biest binnenkrijgt. De darmen van het veulen zijn in deze periode extra doorlaatbaar voor grotere moleculen. En de benodigde antistoffen zijn vaak grote eiwitmoleculen. Alleen de biest, dus de eerste melk, bevat deze antistoffen. Na 24 uur kan het veulen de antistoffen niet meer goed uit de biest opnemen, omdat de wand van de dunne darm zich dan sluit voor deze grote moleculen. Dankzij de opname van antistoffen krijgt het veulen een betere ‘passieve immuniteit’, die essentieel is voor de gezondheid en groei van het veulen. Veulens die voldoende biest binnenkrijgen, hebben een lagere kans op ziektes zoals diarree en longontsteking. Biest bevat naast antistoffen ook heel veel energie, waardoor de pasgeboren veulens een fikse boost krijgen.
Te weinig biest?
Wanneer een veulen onvoldoende biest heeft binnengekregen, kunnen er verschillende problemen opduiken. Het risico op infecties stijgt aanzienlijk en er kunnen groeistoornissen, voedingstekorten en ziektes ontstaan. Dit kan leiden tot de dood van het veulen. Een gezond veulen kan na twee uur drinken bij de moeder, maar soms drinkt het veulen niet goed genoeg in de eerste uren na de geboorte of kan het de spenen niet goed vinden. Je kan dan een handje helpen door de merrie te melken en het veulen met een kopje of flesje te laten drinken. Ook gebeurt het soms dat de merrie te weinig biest produceert. Je kunt dan kunstmatige biest bijgeven, dat is te verkrijgen via de dierenarts. Als je twijfelt, kan de dierenarts ook binnen een dag een antistoffentest doen bij je veulen en eventueel maatregelen nemen als de uitslag zorgelijk is. Neem bij een suf, zwak of sloom veulen altijd contact op met je dierenarts en kijk het niet nog even aan! Veulens zijn uiterst kwetsbaar en kunnen binnen een paar uur enorm verslechteren. Liever een extra dosis kunstmatige biest dan een dood veulen!