De juist voeding voor je drachtige merrie

Als je merrie een veulen verwacht, is dat een spannende tijd. En je wilt haar natuurlijk zo goed mogelijk voeren om een gezond veulen op de wereld te kunnen zetten. Hoe pak je dat aan? Heeft je merrie extra voedingsstoffen nodig? En wanneer begin je daar dan mee?

Fokkerij

11 maart '25 2 min leestijd

Een drachtige merrie moet in ‘een goede voedingsconditie’ zijn. Niet te mager, want als ze zelf voedingstoffen tekort komt kan ze die ook niet via haar melk aan het veulen geven. Bovendien heeft ze reserves nodig voor als ze gaat veulenen. Maar te dik is ook niet goed! Bij een te dikke merrie zorgt teveel vet voor een vernauwing in de geboortewegen. Dat werkt een vlotte geboorte van het veulen tegen.

Het nieuwe voeren

Veel paardeneigenaren voeren hun dieren tegenwoordig maar weinig krachtvoer, of alleen suikervrij, graanvrij en natuurlijk. Talloze paarden doen het uitstekend op goed hooi en een balancer. Als je merrie echter drachtig wordt, sta je voor een lastige keuze. Want vooral in de laatste drie maanden van de dracht gaat de behoefte aan mineralen, vitaminen en ook eiwitten echt omhoog. En dat geldt ook voor de eerste maanden dat het veulen zoogt. Maar om nu terug te grijpen op de traditionele merriebrok, die vaak vol granen, suikers en zetmeel zitten, dat vind ook niet iedereen prettig. Zeker niet als een merrie duidelijk graan- of suikergevoelig is, last heeft van zomerkriebels of snel te dik wordt…

Merriebrok, maar dan anders

Gelukkig zijn er tegenwoordig ook producenten die suiker- en graanvrije brok maken voor merries in de laatste drie maanden en tijdens de zoogperiode. Deze brok vormen een uitstekende aanvulling op het rantsoen van je merrie. Op de verpakking lees je hoeveel je moet geven in welke maand. Het laten groeien en zogen van een veulen is topsport, dus ondersteuning vanuit de voeding is heel belangrijk. Deze speciale producten bevatten extra eiwitten en aminozuren voor de groei van het veulen en de aanmaak van melk. Bovendien bevatten ze meer botopbouwende mineralen dan gewone balancers of brokken.

Mineralen en sporenelementen

De belangrijkste mineralen voor botopbouw zijn fosfor, calcium, magnesium en silicium. Als je merrie op het gras staat, krijgt ze een deel daarvan binnen, maar met name magnesium en silicium kan soms in te lage concentraties aanwezig zijn. Nederlands hooi heeft vaak een magnesiumtekort en paarden die niet in het gras staan krijgen regelmatig te weinig silicium binnen. Voor een drachtige merrie is een goede balancer (in voldoende grote porties) een must. Daarnaast is het aan te raden om altijd silicium bij te geven, dat zorgt voor de gezonde ontwikkeling van botten, pezen, spieren, banden en kraakbeen.

Om ervoor te zorgen dat je merrie bovendien alle mogelijke sporenelementen binnenkrijgt die ze nodig heeft, kan je een supplement van Beringzeewater aanbieden over het voer of als onderdeel van het mineralenbuffet. Geconcentreerde zuiver Beringzeewater bevat meer dan honderd verschillende sporenelementen.

Vragen? AskHELTIE!

Ben je op zoek naar advies over jouw hond of paard? Of wil je meer weten over aandoeningen of ingrediënten? Neem gerust contact op met AskHELTIE en we helpen je graag! .