Peesblessures bij paarden herkennen, behandelen en voorkomen
Veel paardeneigenaren krijgen ermee te maken: peesblessures. Lastig, vervelend en soms zelfs het einde van de sportcarrière voor je paard. Hoe ontstaat een peesblessure? Wat moet je doen als je denkt dat je paard een peesblessure heeft? Hoe kan je een geblesseerd paard ondersteunen? En hoe verklein je de kans op een peesblessure?
EHBO
Pezen
Silicium
Zwarte Komijn
17 mei '22 • 5 min leestijd
Paarden hebben relatief dunne benen, met pezen die dicht aan de oppervlakte liggen. Een blessure aan de pezen ligt daarom altijd op de loer. Peesblessures zijn er in veel verschillende vormen. Soms is een paard heel erg kreupel, soms helemaal niet. Soms is het een zeer ernstig probleem, in andere gevallen moet het paard alleen tijdelijk iets minder hard trainen.
Hoe ontstaat een peesblessure?
Er kunnen meerdere oorzaken zijn voor peesblessures:
- Te intensief trainen
- Te veel hetzelfde / repetitief trainen
- Trainen op slechte bodems
- Plotse klap of kracht zoals bij een harde landing na een hindernis
- Paard loopt standaard te veel op de voorhand
- Paard heeft een scheefheid in voeten of bouw waarvoor hij compenseert
- Paard heeft een andere blessure / ontsteking waarvoor hij compenseert
- Beschadiging van buiten
- Oververhitting van de pezen
Hoe herken je een peesblessure?
Een peesblessure is soms lastig te herkennen omdat een paard niet altijd heel erg kreupel loopt. Maar in principe is de pees warm en soms ook dikker bij een peesblessure. Om dit tijdig te kunnen ontdekken, is het verstandig om elke dag (voor en na het rijden) de benen van je paard af te voelen. Op die manier weet je wat normaal is voor je paard. Sommige paarden hebben bijvoorbeeld een beetje stalbenen, dan zijn de (achter)benen wat gevuld na een paar uur op stal staan. Dit verdwijnt eigenlijk altijd bij beweging.
Ook moet je een peesblessure niet verwarren met einschuss. Bij einschuss is meestal sprake van een wondje of huidproblemen zoals mok. Ook zit einschuss vaak wat hoger op het been.
Goede diagnose van peesblessure
Wat wij met zijn allen een peesblessure noemen is niet altijd daadwerkelijk een beschadiging van de pees. Een pees loopt van bot naar spier. Maar ook ligamenten (bot naar bot) en de peesschede kunnen warm en dik zijn. Bijvoorbeeld een verdikking bij het checkligament, net onder de voorknie aan de achterzijde van het pijpbeen. Dit komt nog wel eens voor bij paarden die een verkeerde beweging hebben gemaakt. Meestal noemen we alle verdikkingen en warme plekken aan pezen, ligamenten en peesschede in de volksmond ‘een peesblessure’. Om uitsluitsel te krijgen wat er precies aan de hand is, moet je dierenarts het been in beeld brengen met een echografie. Dit kan pas nadat de zwelling is afgenomen. Daarom zal de dierenarts je bij een verdikte pees meestal aanraden om te beginnen met koelen en rust geven. Koelen kan door twintig minuten met koud water af te spoelen. Ook zijn er speciale coolpacks voor paarden, die als een soort bandage omgedaan kunnen worden. Vaak is het advies om na het koelen een kwartiertje op harde ondergrond te stappen. Doe dit twee keer per dag. Wanneer de zwelling is afgenomen, laat je de dierenarts komen om de plaats waar de verdikking zat in beeld te brengen. Hiervoor is het meestal nodig om het onderbeen te scheren.
Moet mijn paard op boxrust?
Vroeger werden paarden bij de minste verdenking van een peesblessure direct op boxrust gezet. Dit is tegenwoordig niet altijd meer het geval. Vaak is het wel verstandig om bijvoorbeeld een klein paddockje te gebruiken en het paard niet te trainen. Om je paard rustig te houden kan het slim zijn om geen krachtvoer meer te geven, maar alleen een vitaminebrokje (balancer). Een supplement tegen stress, bijvoorbeeld met kruiden zoals kamille helpt om je paard ontspannen te houden als hij niet of weinig beweegt.
Boxrust wordt vaak nog wel voorgeschreven door een dierenarts, maar kijk ook goed naar jouw paard. Als jouw paard enorm veel stress ervaart door hele dagen binnen te staan, dan kan het soms verstandiger zijn om jouw paard in een gecontroleerde omgeving wel buiten te zetten. Overleg dit wel altijd met de dierenarts, soms is boxrust echt noodzakelijk bij ernstige peesblessures.
Ondersteuning bij herstel
Tijd is de beste heelmeester bij een peesblessure. Dat komt omdat peesweefsel maar weinig bloedvaten heeft, waardoor het langer duurt voordat afvalstoffen zijn afgevoerd en herstel kan plaatsvinden. Reken tussen de tien dagen en drie weken voordat de actieve ontsteking weg is. In de tussentijd kan je de ontsteking bestrijden met bijvoorbeeld zwarte komijn en/of cannabinoïden. Je dierenarts schrijft misschien een ontstekingsremmer voor. Therapie met behulp van PRP, shockwave, stamcellen of het gebruik van een trilplaat kan in de volgende fase helpen. Er wordt na de ontsteking weer weefsel opgebouwd, maar dit is nog niet direct goed en sterk peesweefsel. Het paard moet weer voorzichtig gaan bewegen om de opbouw te ondersteunen, maar de pees is in deze fase nog wel kwetsbaar. Na zo’n drie maanden wordt de structuur van de nieuwe peesvezels ‘rechtgetrokken’ en wordt het peesweefsel weer sterker en elastischer. Een pees die geblesseerd is geweest, wordt nooit meer helemaal zo sterk als hij was. Maar de pees kan vaak wel weer functioneel worden, zodat je paard weer terug op niveau kan komen.
Voorkomen van peesblessures
Het herkennen van peesblessures in een vroeg stadium is heel belangrijk. Maar het is nog beter om peesblessures te voorkomen. Dat kan door een combinatie van de volgende zaken:
- Zorg voor een goede warming up en cooling down
- Stap je paard na de training goed uit, bij voorkeur op een harde, vlakke ondergrond
- Bouw het paard goed op en train aanvankelijk niet te zwaar of te lang
- Train niet elke dag op dezelfde manier of met dezelfde oefeningen
- Oefen niet langdurig dezelfde oefeningen of sprongen achterelkaar
- Leer je paard om zijn gewicht over vier benen te verdelen en in balans te lopen
- Maak pezen sterker met gevarieerde training op gevarieerde ondergrond
- Ondersteun de opbouw van botten, pezen, collageen en kraakbeen met vloeibaar silicium
- Laat je paard regelmatig bekappen om scheve belasting en (over)compensatie te voorkomen
- Gebruik geen bandages en doe peeskappen direct af na de training
- Grijp op tijd in als je paard niet lekker loopt
Vaak wordt ‘niet lekker’ lopen gezocht in rug en wervelkolom, maar het vermoeden onder dierenartsen is dat - dit vaker dan gedacht - voortkomt uit lichte pijnklachten van een beginnende peesblessure of een ontsteking ergens in de benen of hoeven. Het is daarom goed om hier alert op te zijn. Een paard zal niet snel kreupel gaan lopen, maar eerder proberen om pijn te vermijden of compenseren door zijn manier van bewegen aan te passen. Het kan dan lijken of er problemen in bijvoorbeeld de rug of schouders zijn.