Peesbeschermers en warmte? Is dat wel een juiste combinatie?
Peesbeschermers, je hebt ze in de leukste kleurtjes, printjes, maten en allemaal met verschillende achterliggende technieken om de pezen van jouw paard te beschermen. Maar zijn peesbeschermers wel echt een bescherming van de pezen? En hoe zit dit met warm weer? In deze blog geven we meer achtergrond over de gevoeligheid van pezen in combinatie met warmte!
Overig
16 juni '22 • 2 min leestijd
Wat zijn de pezen in de onderbenen?
De pezen in de onderbenen bestaan uit peesweefsel, dit zijn allemaal losse cellen die in het verlengde van elkaar liggenen worden bij elkaar gehouden door kleine bandjes. Dit zorgt voor de stevigheid en elasticiteit van pezen.
Pezen liggen aan de oppervlakte, zijn niet omringd door spierweefsel en staan eigenlijk altijd “aan”. Zowel in stilstand als in beweging gebruikt het paard deze pezen. Ze hebben een rek en trekfunctie, wat eigenlijk betekent dat ze kunnen rekken wanneer paard op het been staan, maar dat ze weer terugtrekken wanneer er geen druk op gezet wordt. Die rek- en trekfunctie is afhankelijk van het aantal gezonde cellen in de pezen die gezamenlijk de rek kunnen opvangen.
De pezen bestaan voornamelijk uit eiwitten (aminozuren) die zorgen voor de rekbaarheid van de pezen. Eiwitten kunnen echter veranderen van molecuulstructuur. Denk maar eens aan het eiwit van een ei. Wanneer deze verhit wordt, wordt het wit en is het veel minder rekbaar dan voorheen. Eenmaal verhit en verandert van structuur krijg je het eiwit nooit meer naar de vorm van daarvoor.
Het nadeel is dat dit voor pezen ook geldt. Die verhitting van eiwitten wordt denaturatie genoemd en vindt al plaats bij 42 graden Celsius. Dat is dus relatief snel als je beseft dat de lichaamstemperatuur van een paard rond de 37.4-38.0 graden ligt.
Terug naar de peesbeschermers
Wanneer we een paard trainen zorgen we ervoor dat het hele lichaam van het paard warmer wordt. Dit wil je ook want dit is nodig om o.a. de spieren op te warmen en voor souplesse door het hele lijf.
Alleen op bepaalde plekken in het lichaam willen we dat het niet te warm wordt om denaturatie te voorkomen. Bij denaturatie verminderd de rek in de pezen, waardoor er eerder kan is op het breken van cellen in de pees en een peesblessure op de loer ligt.
Het gevaar ligt hem dus in de temperatuur onder de beenbeschermers en die loopt sneller op dan je vaak denkt! Bij een normale training loopt de temperatuur onder beenbeschermers al op tot 43-44 graden Celsius. Denaturatie begint bij 42 graden Celsius, wat betekent dat zelfs bij een normale training al denaturatie optreedt. Je zult hier niet meteen iets van merken, omdat niet de hele pees in één keer kapot gaat. Het zijn maar een aantal cellen die aangetast worden, dit heet microtrauma. Eigenlijk zijn het een paar kleine beschadigingen die niet meer ongedaan kunnen worden en ze niet meer functioneel kunnen bijdragen aan de belastbaarheid en treksterkte van de pees.
Wanneer dit te vaak gebeurd ontstaat er heel geleidelijk een peesblessure. Daardoor is het vaak niet helemaal duidelijk waar die blessure vandaan komt.
Conclusie: pas dus op met beenbeschermers, helemaal bij warm weer
Soms is het nodig om beenbeschermers te gebruiken, bijvoorbeeld bij een cross of andere discipline waarbij er kans is op trauma door externe factoren. Wees dan wel altijd kritisch op het type beenbeschermer dat je gebruikt, kies beschermers die goed ventileren. Ga geen beschermers gebruiken omdat het er mooi uitziet of om het setje compleet te maken, de schade door de warmte eronder is namelijk onomkeerbaar! Pas dus ook vooral op met bandages en beschermers met nepbont erin. De schade in een pees wordt niet meer hersteld met peesweefsel, maar met bindweefsel en dat geeft mindere elasticiteit.