In de vrije natuur loopt een paard, samen met kuddegenoten, vele uren en kilometers per dag om zijn kostje bij elkaar te scharrelen. Ook bij onze moderne paarden is het hele gestel en de spijsvertering nog steeds op dit ‘hapje-stapje leven’ ingesteld. Om je paard gezond te houden, wil je deze manier van leven zo veel mogelijk benaderen. Zelfs al vraagt dat soms om wat creativiteit.

Vrije beweging en sociaal contact

Vrije beweging is essentieel voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid van je paard. De gewrichten, pezen, banden en spieren van paarden blijven beter in conditie als hij vele uren of zelfs de klok rond buiten staat. Daarnaast is sociaal contact van groot belang. Een paard is een kuddedier en wil graag samen staan, spelen en kriebelen met vaste maatjes. Dit zorgt voor minder stress en een betere mentale weerbaarheid van je paard. Zelfs als je geen weiland hebt, heeft je paard vrije beweging nodig, samen met vriendjes. In een paddock of een paddock paradise bijvoorbeeld. Daarbij is wel van belang dat je paard niet te lang zonder ruwvoer staat. Dat kan namelijk leiden tot maagproblemen, verveling en zand eten. Ook is het fijn als er nog meer te doen is in de paddock. Bijvoorbeeld spelen met een bal, lopen over verschillende ondergronden of knabbelen aan een natuurlijke afrastering van eetbare struiken en bomen.

Tegen gras valt niet op te voeren

Met uitzondering van hele sobere rassen, is een weiland van kruidenrijk en vezelig paardengras eigenlijk de ideale voedselvoorziening voor de meeste paarden. Zeker als er ook nog struiken en bomen langs de rand staan, waar ze af en toe een hap van kunnen nemen. Een weiland dat bemest wordt met weidemineralen uit de Beringzee, bevat gras dat de vitaminen, mineralen en spoorelementen levert die je paard nodig heeft. Vers gras bevat bijvoorbeeld genoeg vitamine E voor de spieren, vruchtbaarheid en het zenuwstelsel en planten zoals brandnetel en wilg leveren mineralen waaronder magnesium en silicium. Kortom: tegen een goed paardenweiland valt niet op te voeren. Als je paard helemaal geen weidegang krijgt, moet je dus goed moet opletten dat de voeding klopt. Veel vitaminen vervallen namelijk als je hooi langere tijd opslaat. Zo zit er in het voorjaar bijna geen vitamine E en vitamine C meer in hooi. En ruwvoer van armere gronden is behoorlijk arm aan mineralen.

Mineralen en vitaminen bijvoeren

Het gemakkelijkste is om het hooi van je paard aan te vullen met een speciale balancer. Om precies te weten wat je paard nodig heeft, kan je het hooi laten testen. Dan weet je wat er in zit en kan je de tekorten aanvullen. Meestal zal je in elk geval vitamine E moeten bijvoeren, zeker bij fokdieren en sportpaarden. Zorg dat je vitamine E altijd voert in een vorm die goed opneembaar is voor paarden. Dat komt heel nauw: de beste vormen van vitamine E voor paarden zijn d-α-tocoferol en RRR-α-tocoferol. Deze vormen worden ook wel natuurlijke of ‘natuurgelijke’ vitamine E genoemd. Kunstmatige vitamine E wordt veel minder goed opgenomen door paarden, maar is vaak wel goedkoper. Je moet hier echter (veel) meer van voeren om hetzelfde effect te bereiken. Een goed vitamine E-supplement is vloeibaar en bevat ook wat vetzuren. Druivenpitolie, een sterk antioxidant, versterkt de werking van een vitamine E-supplement. Vaak wordt ook selenium toegevoegd aan vitamine E-supplementen, maar als je paard een hoge behoefte heeft aan vitamine E is dat een risico. Selenium kan in matige hoeveelheden namelijk al giftig zijn. Voor jonge paarden en sportpaarden is het mineraal silicium ook van essentieel belang. Silicium helpt om sterke botten, pezen, spieren en banden aan te leggen. Je geeft dit mineraal het beste in de vorm van gehydroliseerde, vloeibaar silicium.

Laat je paard kiezen

Om je paard zelf de gelegenheid te geven eventuele tekorten aan te vullen, kun je een mineralenbuffet aanbieden in je paddock. Dat is een rijtje emmers met water en daarin verschillende toevoegingen. Bijvoorbeeld rozenbottel (rijk aan vitamine C), brandnetel (lichte ontgifting) en een mineralensupplement uit kruiden. Zet er ook altijd vers drinkwater zonder toevoegingen bij. Je paard kan dan zelf kiezen waar hij behoefte aan heeft.