Is de opfok de beste plek voor veulens om op te groeien?
De meeste veulens gaan na het spenen naar een speciale plek voor de opfok. Hier brengen ze meestal zo’n twee à tweeëneenhalf jaar door. Maar moet een veulen eigenlijk per se in de opfok? Hoe ziet een goede opfok er eigenlijk uit? En wat zijn de alternatieven?
Gedrag
Magnesium
Overig
Silicium
27 februari '23 • 4 min leestijd
Omdat we in Nederland lang niet overal veel ruimte hebben, vind je betaalbare opfoklocaties voor veulens vaak in de meer landelijke provincies, of zelfs in het buitenland. Als eigenaar van een jong paard heb je er dan meestal niet meer dagelijks zicht op. Dat maakt dat de keuze voor een goede opfok best lastig kan zijn. Belangrijke aspecten om mee te nemen bij je keuze zijn kudde-samenstelling, voerbeleid en beweging.
Gedragsspecialist kiest voor gemengde kudde
Dr. Machteld van Dierendonck van de Faculteiten Diergeneeskunde van de Universiteit van Utrecht is gespecialiseerd in het gedrag van paarden. In een interview met De Paardenkrant in 2021 wees ze op het belang van een juiste kuddesamenstelling voor veulens en jonge paarden. Voor de opfok geldt wat haar betreft: “Opfokken doe je bij voorkeur in een groep met verschillende leeftijdsklassen en een volwassen dier, dat geeft mentaal en fysiek de beste opleiding en de minste stress.” Zo kunnen jonge paarden de verschillende rollen leren. Tegenover een ouder paard zijn ze nog ondergeschikt, terwijl ze bij introductie van jongere veulens weer wat dominanter mogen zijn. Het leren van andere (oudere) paarden neemt ook veel stress weg en zorgt bovendien voor de ontwikkeling van het karakter. Een dier dat op die manier is opgegroeid, kan vervolgens beter omgaan met stress. Zoals Van Dierendonck zegt: “Je laat een kleuterklas het ook niet alleen uitzoeken, toch? Ze moeten van anderen en de omgeving leren.” Bij het opgroeien hoort niet alleen stabiliteit en een goede sociale omgeving, maar ook voldoende uitdaging én mensen als deel van de omgeving. Op die manier kan een paard als volwassen dier ook veel beter omgaan met bijvoorbeeld een wedstrijd of buitenrit. Dat pleit dus tegen het bij elkaar gooien van één jaargang veulens en er verder nauwelijks meer naar omkijken, zoals in de praktijk nog wel vaak gebeurt.
Voerbeleid
Bij alle paarden, van jong tot oud, is kwalitatief goed ruwvoer de basis voor het dieet. Langstengelig, onverpakt en kruidenrijk hooi is de beste optie, liefst onbeperkt gevoerd. Omdat jonge dieren in de groei zijn, is het van belang dat ze voldoende vitaminen, mineralen, aminozuren en eiwitten binnen krijgen. Een deel van die voedingsstoffen kunnen ze uit vers gras en hooi halen. Maar dan moet je wel weten wat daar inzit. Een hooitest kan uitkomst brengen. Daarnaast is, zeker in de winter en op arme gronden, een aanvulling van bepaalde mineralen en vitaminen vaak een goed idee. Denk daarbij vooral aan het mineraal silicium, dat van essentieel belang is voor opgroeiende paarden. Silicium is nodig om je jonge paard te helpen bij de aanmaak van collageen voor kraakbeen, pezen, bindweefsel en fascia en te ondersteunen bij de botvorming. Een sterk paard begint dus met voldoende silicium in het voer. Ook als dat maar een paar keer per week lukt, is supplementatie een goed idee. Gehydrolyseerd, vloeibaar silicium is het best opneembaar en meest effectieve supplement. In de winter is ook het bijvoeren van vitamine E verstandig, onder meer voor de spieren en vruchtbaarheid. Soms zit vitamine E ook in speciale veulenbrok of opfokbrok, net als de nodige magnesium, calcium, aminozuren en eiwitten. Kijk goed naar het voer dat je jonge dier krijgt en overleg eventueel met de verzorger bij de opfoklocatie over aanvullingen voor jouw jonge paard. Bij vitamine E is ook de vorm waarin het gegeven van groot belang voor de opneembaarheid. Ook magnesium kan je eventueel in vloeibare, goed opneembare, vorm (laten) bijvoeren.
Beweging
Een jong paard heeft heel veel beweging nodig. Het skelet wordt namelijk sterk door belasting. Daarom wil je dat je veulen, jaarling of twenter zo veel mogelijk buiten komt. Het liefst zelfs in een uitdagende omgeving met bijvoorbeeld wat hoogteverschil en verschillende ondergronden. Af en toe op wat harder of onregelmatiger terrein lopen stimuleert de hoefvorming, maar ook bijvoorbeeld balans en lichaamsbewustzijn bij het jonge paard. Een heel vlak en rechtgetrokken weiland biedt deze uitdagingen niet, al is het nog altijd een veel betere optie dan alleen een paddock en vele uren op stal. Met name in het eerste jaar van het leven van een jong paard is beweging belangrijk om de aandoeningen OC en OCD zoveel mogelijk te voorkomen. Bij OC gaat er iets mis in de botvorming vanuit kraakbeen en krijgen de gewrichten niet de juiste vorm. Bij OCD ontstaan zelfs losse stukjes bot (chips) in het gewricht. Zowel OC als OCD kunnen pijn en ontstekingen veroorzaken en het paard minder belastbaar of zelfs kreupel maken. Er is een genetische component aan dit probleem, maar je maakt de kans op het ontwikkelen ervan veel minder groot als je jonge paard voldoende mineralen in de voeding heeft en heel veel kan bewegen.
Conclusie: moet mijn veulen in de opfok?
Als je op je huidige locatie aan de voorwaarden van een fijne en diverse kudde, goed voer en voldoende beweging kan voldoen, is er geen reden om een veulen naar de opfok te sturen. Veel mensen kiezen daar wel voor, bijvoorbeeld omdat de paarden meer uren naar buiten gaan in de opfok, of omdat het een stuk goedkoper is. Als je kiest voor een opfok, ga dan eerst kijken en vraag goed uit wat de gang van zaken is. Voor een betere paardenopvoeding kies je voor kuddes van verschillende leeftijden. En regel ook dat je paard de supplementen krijgt die jij wilt, als dat nodig blijkt.
Bonustip: hoefsmid
Tenslotte nog een tip: zorg ook dat het hoefmanagement op de opfoklocatie goed is. Dat wil zeggen een goede smid, die regelmatig komt. Dit om afwijkende beenstanden en bijvoorbeeld de ontwikkeling van bokhoeven zoveel mogelijk te voorkomen en op tijd in te kunnen grijpen. Bij een jong paard is daar nog veel aan te doen, maar als je paard drie is, is het voor veel correcties te laat.