Heeft mijn paard het koud?
Als de zomer voorbij is en de temperaturen beginnen te dalen, komt het moment waarop je je als paardeneigenaar afvraagt: heeft mijn paard het misschien koud? Moet hij een deken op? Of misschien wat eerder op stal? En wat als het hard regent?
Overig
Welzijn

9 september '25 • 4 min leestijd
Een paard wil – net als andere zoogdieren - zijn lichaamstemperatuur stabiel houden. Dat lukt gemakkelijk als de omgevingstemperatuur in de zogenaamde ‘thermische comfortzone’ zit. Een paard hoeft dan geen extra energie te besteden aan opwarmen of afkoelen.
Andere comfortzone dan mensen
De comfortzone voor paarden ligt lager dan die van mensen. Een ongeschoren paard heeft geen problemen met temperaturen tussen de 5 en 25 graden Celsius. Dat betekent dus dat een paard het niet koud heeft bij droog weer en tien graden, terwijl dat voor ons best fris kan aanvoelen. Daarentegen kunnen wij het heerlijk vinden als het 28 graden is, maar is dat voor een paard al best warm.
Koud
De bloedvaten van de uiteinden van het paardenlichaam, zoals de oren en de benen, vernauwen zich als de temperatuur daalt. Daardoor koelt het bloed minder af en blijft de kern van het paard warm. Je kan dan soms voelen dat je paard koude oren heeft. Dat betekent niet dat je paard het koud heeft, het lichaam heeft gewoon maatregelen genomen. Datzelfde geldt als de haren rechtop staan: door de lucht die tussen de vacht zit wordt een isolerend laagje gevormd, zoals bij een donsjack. Dit is een voorzorgmechanisme, een aanpassing aan de omstandigheden. Als je paard het daadwerkelijk koud heeft, zal hij gaan rillen. Door het rillen van de spieren gaat de stofwisseling omhoog en produceert het lichaam meer warmte. Het lichaam krijgt het warmer door beweging en door meer ruwvoer te eten, want naast de spieren produceert ook de dikke darm warmte, bij de fermentatie van vezels. Als de daling van de temperatuur geleidelijk verloopt, passen paarden zich aan door een dikkere vacht aan te maken, efficiënter met voedsel om te gaan en hun lichaamsvet anders te verdelen over het lichaam. Plotselinge koude is voor paarden lastiger om mee om te gaan.
Afvallen in de winter
Van nature is het de bedoeling dat een paard in de zomer dikker wordt en reserves aanlegt. Die extra kilo’s worden vervolgens in de winter weer opgebruikt. Wij mensen houden onze paarden vaak liever op een constant gewicht, zeker als we met ze sporten. Het is daarom belangrijk om te zorgen voor voldoende ruwvoer van goede kwaliteit. Want als het koud is, eten paarden meer. Merk je dat je paard afvalt wanneer het kouder wordt, ondanks voldoende ruwvoer? Dan is een deken misschien een goed idee. Zeker voor oudere paarden, die langzamer kauwen en een minder efficiënte stofwisseling hebben: zij kunnen soms onvoldoende bij-eten als het erg koud is. Maar over het algemeen worden Nederlandse paarden vaak te dik ingepakt. Dat is niet alleen onnodig maar vaak ook oncomfortabel. Een paard vindt het namelijk helemaal niet prettig om het te warm te hebben. Kijk altijd naar je eigen paard en pas maatregelen bij kouder weer aan op zijn behoefte. Geen paard is immers hetzelfde! Twijfel je of je paard het koud heeft? Zorg dat je weet wat zijn normale lichaamstemperatuur is (meestal 37,5°C tot 38,2°C) en gebruik een thermometer om te checken of hij het koud heeft!
Wat als het regent?
In de herfst krijgen we natuurlijk niet alleen te maken met dalende temperaturen, maar ook met regen en wind. De gevoelstemperatuur kan daardoor verder dalen dan wat het kwik aangeeft. Of je paard het daardoor koud krijgt, hangt mede af van zijn vacht. IJslanders en Shetlanders bijvoorbeeld, krijgen een dikke wintervacht die water en wind buiten houdt. Zij zullen het daarom, zelfs als ze nat worden, vrijwel nooit koud krijgen. Ongeschoren paarden met een dikke wintervacht kunnen in principe tot -8 °C zichzelf prima warm houden. Als het sneeuwt zie je soms dat de sneeuw even op de vacht blijft liggen, zo goed isoleert deze. Bij geschoren paarden en paarden met een dunnere vacht, kan nattigheid en wind wel tot meer afkoeling leiden. Zeker als de vacht helemaal doornat wordt. Een droge plek om te schuilen is daarom altijd belangrijk. Daarnaast kan een regendeken een goed idee zijn, al zijn er mensen die zeggen dat een deken juist de haren plat legt en daardoor de natuurlijke isolatie van de vacht vermindert. Uit onderzoek is dit echter niet gebleken. Sterker nog: uit onderzoek waarin paarden werd aangeleerd hoe ze konden aangeven of ze een deken om wilden, bleek dat bij koud, nat en winderig weer de meeste paarden voor een deken kiezen. Voor geschoren sportpaarden is een regendeken echt nodig als de temperaturen dalen en het erg nat is. Een geschoren paard kan zijn lichaamstemperatuur minder goed zelf reguleren en is daarvoor van ons afhankelijk. Maar let op: je moet ook een geschoren paard niet te dik inpakken. Meestal is alleen een regendeken in de herfst voldoende. Pas als de temperatuur (ver) onder de tien graden Celsius daalt, kun je overwegen om een voering toe te voegen voor je geschoren paard. Kijk daarbij goed naar het individuele dier en bij twijfel: meten is weten. Tenslotte, na de training is ook een geschoren paard extra warm en een ongeschoren paard helemaal. Laat je paard altijd eerst afkoelen voordat je er weer een deken op doet!
Bronnen:
Cecilie M. Mejdell, Knut Egil Bøe, Grete H.M. Jørgensen. Caring for the horse in a cold climate—Reviewing principles for thermoregulation and horse preferences. Applied Animal Behaviour Science, Volume 231, 2020, 105071, ISSN 0168-1591, https://doi.org/10.1016/j.applanim.2020.105071. https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0168159120301593