Femke Dölle: “Natuurlijke huisvesting is gezond en kan ook op een kleiner stuk grond”
Femke Dölle is holistisch instructrice en welzijnsadviseur voor paarden. Zij ontwerpt Browsing Paddocks®. Dat is een vorm van natuurlijk gedomesticeerde huisvesting voor paarden, die ook op kleinere stukken grond te realiseren is. Daarnaast geeft Femke advies over passive physio voor paarden. Daarbij daag je het paard uit om ook in zijn ‘vrije tijd’ veel verschillende spieren te gebruiken. Dit bootst de manier van leven van wilde paarden na, waardoor paarden gezonder en fitter blijven. We vroegen Femke naar haar tips voor natuurlijke huisvesting
Gastblog
2 mei '22 • 7 min leestijd
Femke: “Mijn concept van de Browsing Paddock® is voortgekomen uit het idee dat ik paarden minder stress wilde laten ervaren, vooral op het gebied van huisvesting en voeding. Als instructeur stelde ik vast dat ik wel eindeloos les kan blijven geven, maar als de huisvesting en het voermanagement niet op orde zijn, dan kom je te weinig vooruit. Wanneer we het rantsoen en de huisvesting optimaliseren, zie ik gemiddeld al de helft van de mentale en fysieke problemen verdwijnen. Goed management en de juiste manier van voeren zorgen ervoor dat het paard beter in zijn vel zit.”
Wat is een Browsing Paddock®?
Het concept dat Femke heeft ontwikkeld heet de Browsing Paddock®. In dit huisvestingssysteem zitten een aantal vaste elementen. Femke: “Ik heb het altijd over de ‘Big 5’: Beweging, Bonding, Bodem, Browsen en Biodiversiteit. Beweging is één van de belangrijkste pijlers van het systeem. Paarden zijn van nature steppedieren. Hun doel is om eten, water en rustplekken te vinden en daarvoor bewegen ze de hele dag. In beweging blijven is bovendien belangrijk voor de veiligheid, het houdt roofdieren op afstand. En beweging is goed om gezond te blijven. In de natuur lopen paarden wel 10 tot 30 kilometer per dag. Een paardenlijf is gemaakt om continu te bewegen.
Tracks en omheiningen
“In het wild creëren paarden hun eigen tracks of paadjes. Paarden zijn gewoontedieren, die steeds dezelfde routes gebruiken. Een vast element in een Browsing Paddock® zijn daarom de tracks. In een paddock kunnen paarden die niet zelf uitslijten, zoals in de natuur, maar construeren we die met behulp van omheiningen. Zelfs in een klein paddockje blijven ze dan in beweging. Mijn eigen paddock is maar 1.600 vierkante meter! Een valkuil is dat mensen alleen grote rechte tracks aanleggen. Ook in grote paddocks kun je daarnaast kleine paadjes maken. Je kan slimme trucjes gebruiken zoals het afsluiten van bepaalde openingen en het maken van snackplekjes en voerplekken verspreid over de ruimte. Zo motiveer je paarden om in beweging te blijven. Rechte tracks zijn praktisch, ook voor trekkers om mest op te halen en voer te brengen, en bovendien mooi om een sprintje te trekken. In de binnenruimte kan je dan slingerpaadjes aanleggen” tipt Femke.
Verbinding tussen paarden
De tweede B staat voor ‘bonding’, vertelt Femke. “Oftewel verbinding, bondgenootschappen en familiebanden. Dat is voor mij ook een heel belangrijke pijler. Want van nature is een paard een kuddedier, dat niet zonder soortgenoten kan leven en overleven. In het wild hebben paarden diepgaande, levenslange vriendschappen. In de paardenhouderij stellen wij mensen de groepen samen. Wij bepalen wie bij wie staat en we mengen verschillende rassen en dus ook verschillende culturen en verschillende gewoontes met elkaar. Die paarden begrijpen elkaar niet altijd, vaak hebben ze verschillende manier van communiceren. Dat geeft veel van onze gedomesticeerde paarden erg veel stress. Vaak zien we dat niet, maar het is er wel. Een kudde moet stabiel en functioneel zijn. Wanneer dat niet zo is, dan ontstaat stress.”
Wie is de zwakste schakel?
Als Femke een paardenhouder advies geeft over diens paddock, dan kijkt ze ook altijd naar de samenstelling van de kudde. “Ik houd rekening met paarden algemeen én met de individuele behoefte van de dieren in de specifieke groep. Elke vorm van natuurlijke huisvesting houdt rekening met de zwakste schakel. Dat kan bijvoorbeeld een wat ouder paard zijn, of een paard dat ziek is of een blessure heeft of erg onderdanig is. Soms geef ik ook als advies dat een dier niet in de betreffende groep past. Dan is het verstandig om een andere plek voor dit paard te zoeken. Dat is heel heftig voor de mensen, maar uiteindelijk wel beter voor alle paarden. Ik geef veel inscharingsadvies en begeleid de trajecten hoe je het beste een paard aan een groep kan toevoegen. Want ook dat is heel stressvol voor paarden. Voor de hele groep is het belangrijk dat er een samenhang is en zo min mogelijk stress.”
Verschillende bodems
De derde B in de Big 5 staat voor ‘bodem’. Femke: “In Nederland is de bodem een uitdaging. In de natuur komt een paard op een dag heel veel verschillende ondergronden tegen. Daarbij ook veel rotsachtige ondergronden en zelfs water. Daarmee ontwikkelt een paard zijn balans, het is goed voor het hoefmechanisme, de rompspieren en de proprioceptie. Dat laatste is een moeilijk woord voor lichaamsbewustzijn. In de hoeven zitten de sensoren daarvoor, de ‘proprioceptoren’. Dat zijn een soort tastorganen, net als vingers, en die prikkelen de proprioceptie van het paard. Een paard met goede proprioceptie weet waar zijn lichaam zich in de ruimte bevindt, waar zijn benen zijn en hoe hij zichzelf in evenwicht houdt op minder vlakke oppervlakken. In Nederland is bijna alles vlak, een vlakke wei, een vlakke bak, vlak op buitenrit… In de Browsing Paddock® probeer ik de verschillende ondergronden na te bootsen. Dat is ook goed voor het hoefmechanisme en de doorbloeding van de onderbenen en de hoeven slijten dan op natuurlijke wijze. We gebruiken verschillende soorten ondergronden. Niet alleen zand of steen, maar verscheidenheid. Bijvoorbeeld door kiezels te storten of menggranulaat, houtsnippers, lava of perzikstenen. Er is heel veel mogelijk!” vertelt Femke.
Browsen: grazen op andere hoogtes
“Paarden zijn niet alleen grazers, maar ook browsers. Zo’n 80% van de tijd staat een paard in de natuur in de graashouding: dat is alles waarbij het hoofd onder de voorknie tot op de grond komt. Het hoofd is daarbij recht naar beneden, niet gekanteld. Bij browsen heeft een paard zijn hoofd hoger, vanaf de voorknie tot oorhoogte, en alles daartussen, in verschillende houdingen. Browsen is dus meestal snoepen van bomen, struiken en andere planten. Of eten op oneffen terrein, met de voorbenen wat hoger. In de natuur heeft een paard allemaal variabele eethoudingen en ook dat proberen we goed na te bootsen in de Browsing Paddock®. Dat kan door eetbaar groen toe te voegen, en variabele voerhoogten te gebruiken. Bijvoorbeeld met kleine hooinetjes met een variatie aan kruiden en planten erin, op te hangen op verschillende hoogtes. Keuzevrijheid is daarbij belangrijk, dus zorg voor veel netjes, op veel verschillende hoogtes. Zo traint je paard zijn dieperliggende houdingsspieren. Die trainen we bijna niet met rijden en grondwerk. Dankzij dit soort ‘passieve fysio’ wordt de houding van een paard stabieler en sterker. Om de proprioceptie nog verder te verbeteren kan je ook nog elementen toevoegen zoals boomstammen of autobanden op de track. Wanneer er dergelijke obstakels op de route liggen, moet je paard opletten waar hij zijn benen neerzet. Het grootste gedeelte van de dag is een paard ‘vrij’. Door dit soort elementen toe te voegen aan je huisvesting kan het paard fysiek en mentaal fit blijven door zichzelf te trainen in de uren dat je niet met hem bezig bent.”
Biodiversiteit: voeg natuur toe aan de paddock
“De laatste B staat voor biodiversiteit” vertelt Femke. Een Browsing Paddock® is ook een plek voor natuur, met een verscheidenheid aan planten, waar ook andere diersoorten zoals insecten en amfibieën een plek krijgen. Dat heeft ook weer een positief effect op de paarden. Je kunt struiken en bomen aanplanten in kleine percelen naast de tracks. Veelvraat is niet wenselijk. Dus je moet de planten beschermen. Stroom is dan je beste vriend. Pas wanneer je aanplant wat gegroeid is, kunnen de paarden gaan snoepen en browsen. Het is daarbij de bedoeling dat alles wat er door je omheining groeit opgegeten wordt, alles wat ze niet opeten brandt wel weg door het stroomdraad. Mensen gaan vaak met de heggenschaar aan de gang, maar ik heb juist graag dat het er doorheen groeit. Uiteindelijk zorgt een gemengde paardenhaag achter het stroomdraad voor een natuurlijke omheining. Gebruik in ieder geval inheemse soorten en kijk goed wat erin je eigen omgeving groeit. Bomen en struiken die je kan gebruiken voor een paardenhaag zijn bijvoorbeeld berk, wilg, es, els, populier en meidoorn. Maar ik houd ook wel van experimenteren. Je kan ook best een keer een niet-inheemse soort gebruiken. Maar ga niet aan de slag met exoten zonder kennis van zaken. Eén van mijn favoriete plantjes is de kardoen, die lijkt op een artisjok-plant. Paarden vinden de bladeren en uitgebloeide bloemen lekker en de plant is favoriet bij hommels en groeit makkelijk. En bottelroos natuurlijk, dat is ook een lekker makkelijke plant. De hele plant kan gegeten worden en de rozenbottels zijn een fijne snack.”
Is mijn ruimte groot genoeg?
“Hoe veel of hoe weinig grond je ook hebt, je kan van alles een Browsing Paddock® maken” aldus Femke. “Alles is beter dan op stal staan. Heb je bijvoorbeeld 800 m2 en twee Shetlandpony’s, dan kan je daar al veel mee. Het is ook niet zo duur als mensen vaak denken. En het hoeft ook niet in één keer, je kan steeds dingen toevoegen. Begin gewoon stap voor stap, al is het maar met de deur van de stal open zetten zodat ze zelf kunnen kiezen of ze buiten of binnen willen staan. Begin met kijken hoe je paarden bewegen door de ruimte en zet wat paadjes uit met prikpaaltjes en lint. Van daaruit kan je het verder ontwikkelen, het hoeft allemaal niet in één keer” adviseert Femke tot slot.
Femke Dölle heeft de kleinste Browsing Paddock® van Nederland op slechts 1.600m2. Ze is een echte inspirator, horsefluencer en omdenker op het gebied van natuurlijke huisvesting. Femke begeleidt paardeneigenaren met training, voermanagement en huisvesting van hun paard en is daarnaast Offical Ambassador Passive Physio®.