De rol van sporenelementen in het paardenlichaam
Een paard heeft in zijn rantsoen dagelijks vitaminen, mineralen én sporenelementen nodig. Sporenelementen worden ook wel micromineralen genoemd, ze zijn in kleine hoeveelheden van belang. Dit in tegenstelling tot de macromineralen zoals bijvoorbeeld calcium, fosfor en magnesium, waar een paard dagelijks behoorlijk wat van nodig heeft. Wat doen sporenelementen?
Mineralen
Voeding

28 februari '25 • 4 min leestijd
De belangrijkste sporenelementen voor paarden zijn: ijzer, zink, koper, mangaan, jodium, selenium, kobalt, molybdeen en zwavel. Deze mineralen zijn in kleine hoeveelheden nodig voor het goed functioneren van een paard.
Voor de lange termijn
Sporenelementen zitten niet altijd in voldoende mate in het ruwvoer of het gras. Dat leidt meestal niet direct tot een probleem, maar op de lange termijn kunnen wel tekorten ontstaan die de gezondheid van je paard aantasten. Ook sporenelementen moeten dus in het rantsoen van je paard aanwezig zijn. Voor sommige van deze mineralen is het wel belangrijk om een overmaat te voorkomen.
IJzer
Veel mineralen gebruiken dezelfde opnameroutes in het paardenlichaam en zitten elkaar dus in de weg. Een overmaat aan het ene mineraal kan dan een tekort aan het andere veroorzaken. De juiste verhoudingen zijn daarom dus heel belangrijk. Zo wordt de opname van ijzer beperkt als er te cadmium, kobalt, koper, mangaan of zink in het voer zit. IJzer is nodig om bloedarmoede te voorkomen en te zorgen voor goede zuurstofopname en prestaties van sportpaarden. Paarden die op gras staan, hebben vrijwel nooit een ijzertekort.
Koper
Koper is belangrijk voor het bloed en een aantal enzymen. Het speelt een rol bij de aanmaak van bindweefsel en het beschikbaar maken van ijzer. Koper helpt bij de botstofwisseling en is van belang tijdens de dracht, vooral om het ongeboren veulen een goede start te geven. Een kopertekort kan kwetsbare botten en OCD bij veulens veroorzaken. Een teveel aan koper is meestal niet problematisch. Koper en zink gebruiken dezelfde route, te veel koper kan dus een tekort aan zink veroorzaken en andersom.
Zink
Zink is aanwezig in ruim honderd enzymen. Onder meer de huid, lever, botten en spieren bevatten zink. Een tekort aan zink vermindert de eetlust, vertraagt de groei van jonge paarden en kan leiden tot huidproblemen. Tekorten aan zink komen gelukkig bijna nooit voor. Pas op voor een overmaat, omdat dat tot een tekort aan koper kan leiden.
Zwavel
Zwavel is essentieel voor meerdere lichaamsprocessen die vooral met beweging te maken hebben. Zwavel draagt bij aan de aanmaak van huid, hoeven, banden, spieren, pezen en gewrichten. Bovendien is zwavel belangrijk voor het immuunsysteem en om allergieën te verminderen. Zwavel is dagelijks in redelijke hoeveelheden nodig. Een overschot aan zwavel veroorzaakt geen problemen, omdat dit mineraal via de urine en mest weer verdwijnt.
Jodium
Jodium is nodig voor de vorming van het schildklierhormoon dat de stofwisseling regelt. Heel belangrijk dus, maar let op: Een overmaat aan jodium is giftig. De basisbehoefte van een paard van 600 kg is 4,2 milligram en 40 milligram kan al giftig zijn. Het gehalte aan jodium in voerproducten en balancers is heel verschillend. In sommige balancers en voermiddelen zit bijvoorbeeld helemaal geen jodium. In producten zoals zeewier kan juist weer veel jodium zitten. Een jodiumtekort bij de drachtige merrie kan bij de veulens zorgen voor schildklierproblemen en OCD of zelfs doodgeboren veulens. Ook kunnen vruchtbaarheidsproblemen ontstaan. Kijk dus, zeker als je wilt fokken, even goed na hoeveel jodium je paard in totaal binnenkrijgt.
Selenium
Selenium is samen met vitamine E belangrijk voor de spierstofwisseling. Ook beschermt het als antioxidant de cellen en is het belangrijk voor groei. Een tekort aan selenium kan verminderde weerstand, verminderde groei, stijfheid of lusteloosheid tot gevolg hebben. Seleniumtekorten in het gras/hooi komen nogal eens voor op zandgronden. Op kleigronden is dit minder vaak het geval. Let op: een overschot aan selenium is zeer giftig! Een overschot kan al ontstaan bij ongeveer acht keer de dagelijkse behoefte. Haarverlies kan een symptoom zijn van een teveel aan selenium.
Mangaan, Kobalt en Molybdeen
Mangaan is essentieel voor koolhydraat- en vetstofwisseling. Daarnaast is mangaan heel belangrijk voor de aanmaak van chondroïtine, dat een belangrijke rol speelt bij de vorming van kraakbeen. Kobalt is een bouwsteen van vitamine B12. Dat is van belang voor enzymen, bloed, huid en groei. Molybdeen ondersteunt de hormoonhuishouding. Bij deze drie sporenelementen zijn geen problemen bekend bij een overschot.
Balancer en mineralenbuffet
Om ervoor te zorgen dat je paard voldoende mineralen en sporenelementen binnenkrijgt, kun je een balancer geven. Let erop dat je voldoende voert en kijk op de verpakking of bijvoorbeeld jodium en selenium in de balancer aanwezig zijn. Die wil je niet missen, maar je moet er ook niet te veel van voeren. Let daarom op met andere supplementen, zoals zeewier en vitamine E, waarin jodium en/of selenium aanwezig kunnen zijn. Het is ook slim om af en toe van balancer te wisselen, zodat je paard alles binnenkrijgt wat hij nodig heeft. Ook mineralen uit de Beringzee kunnen een bron van allerlei mini-sporenelementen zijn, die je paard anders niet binnenkrijgt. Deze vloeibare mineralen kun je geven als onderdeel van een mineralenbuffet. Je paard kiest dan zelf waar hij behoefte aan heeft.