Welke groentes, fruit en planten kan ik mijn paard als extraatje geven?
Afwisseling is gezond en lekker! Dat geldt niet alleen voor ons mensen, maar ook voor onze paarden. Zeker paarden die in de winter wat meer op stal staan worden blij van regelmatig een gezond extraatje. Dat hoeft niet moeilijk of duur te zijn, vaak kan je gewoon wat groentenrestjes uit eigen keuken voeren. Of de lokale berm leegplukken.
Brandnetel
Voeding
18 oktober '21 • 3 min leestijd
Afwisseling is niet de enige reden om je paard af en toe eens wat groente te geven. Vaak bevatten groenten - en het bladafval daarvan – lekker veel vezels. Supergezond voor je paard! Geef de groentes daarom vooral met stengel en blad eraan, want dat eten paarden in de winter ook. Maar let op: niet alle soorten groenten en fruit zijn geschikt en sommige soorten geef je liever alleen in kleine hoeveelheden.
Gezonde groenten voor je paard
Welke groenten mag je paard eten? Natuurlijk winterwortels, maar bijvoorbeeld ook venkel of bleekselderij en het bladafval daarvan. Ook radijsjes, sla, sperziebonen en peultjes kan je prima aan een paard geven. Groenten uit de koolfamilie kun je in kleine hoeveelheden voeren. Dat zijn bijvoorbeeld broccoli, spruitjes en bloemkool of het blad daarvan. Geef niet teveel ineens en probeer het eerst uit. Net als bij mensen kunnen kolen soms wat extra gas veroorzaken… Planten van de nachtschade familie zijn giftig voor je paard: dat zijn bijvoorbeeld de tomatenplant of rauwe aardappelen. Ook rauwe maiskolven zijn niet heel geschikt als paardenvoer: ze bevatten veel slecht verteerbaar zetmeel.
Geef de groentes vooral met stengel en blad eraan, hier zitten de vezels in. Snijdt bijvoorbeeld niet de stronken van de venkel af en haal ook niet de blaadjes van de rozenbottel weg. In de natuur eten paarden ook onbewerkte dingen zoals wortels met groen en zand eraan, verdorde brandnetels met grove stengel en hele rozenbottels met wat blad. Het is daarom juist goed om de alles te geven, want daar zitten vaak belangrijke voedingsstoffen of vezels in.
- Alle soorten wortels (pastinaak bijvoorbeeld)
- Venkel
- Bleekselderij
- Radijsjes
- Sla
- Sperziebonen
- Peultjes
- Broccoli (niet te veel)
- Spruitjes (niet te veel)
- Bloemkool (niet te veel)
- Boerenkool (niet te veel)
- Artisjok
- Peterselie
- Pompoen (met pitten)
- Spinazie
- Witlof
Welk fruit mag je je paard geven?
Natuurlijk mag je ook fruit aan je paard geven. Doe dit echter niet dagelijks, want fruit bevat in vergelijking tot groentes natuurlijk meer suikers. Maar naast dat paarden het heel lekker vinden, hebben ook groentes een gezonde werking op het lichaam. Wist je dat bananen en blauwe bessen bijvoorbeeld een ontzurende werking hebben? Dagelijks groentes kan wel, maar fruit liever niet vanwege de suikers.
- Appel
- Banaan
- Peer
- Perzik (zonder pit)
- Pruim (zonder pit)
- Blauwe bes
- Zwarte bes
- Framboos
- Mandarijn
Groenten snijden?
Sommige mensen snijden de wortels voor hun paarden, maar daar moet je een beetje mee oppassen. Kleine stukjes, zeker ronde schijfjes, kunnen slokdarmverstopping veroorzaken. Geef dus liever gewoon een hele wortel, of snijd deze in de lengte door.
Kruiden plukken of grazen
Als je paard in de winter niet in de wei staat, kan het voor de afwisseling ook lekker zijn om hem mee te nemen op een wandeling langs de lokale bermen. Daar vind je allerlei lekkere grassen en kruiden die een mooie aanvulling vormen op het – soms wat saaie – winterrantsoen. Denk bijvoorbeeld aan rozenbottels of kleefkruid. Ook een lekkere wilgentak of wat gedroogde brandnetels zal je paard erg waarderen als aanvulling op zijn dieet. Wilgentakken zijn daarnaast ideaal om in de paddock te leggen om verveling tegen te gaan.
Kruiden plukken voor je paard in de herfst:
- Braamblad
- Brandnetel
- Duizendblad
- Paardebloemblad
- Rozenbottels
- Smalle en grote weegbree
- Distels
Conclusie: Afwisseling is lekker én gezond
Variatie is de sleutel tot gezondheid. Het is voor je paard niet zo leuk en lekker om het hele jaar hetzelfde voer te krijgen. Sterker nog, het is juist erg gezond om voeding af te wisselen. Denk maar aan paarden in de natuur, die hebben ook niet het hele jaar door hetzelfde te eten. In de winter eten ze bijvoorbeeld wat strengeliger gras (vanwege de vezels) dan in de zomer. Variatie en veel vezels vormen de sleutels tot een goede gezondheid. En met een beetje afwisseling maak je je paard bovendien heel blij!