Waarom alleen ruwvoer niet voldoende is voor paarden
Als je niet-paardenmensen vraagt: ‘wat eet een paard?’ dan is de kans groot dat ze ‘gras’ antwoorden. Maar dat geldt natuurlijk lang niet voor al onze paarden! En al helemaal niet in een koude winter, of een droge zomer. Wat wel klopt, is dat paarden vooral ruwvoer eten, van gras tot hooi. Maar helaas is alleen ruwvoer niet voldoende om je paard gezond te houden.
Mineralen
Vitamine E
Voeding
19 juni '23 • 4 min leestijd
Ruwvoer is uiteraard wel de basis voor een gezond paard. Paarden zijn namelijk voor hun vertering en energievoorziening afhankelijk van vezels. Daarin zit cellulose, de bouwstof van plantaardige celwanden. Voor mensen is dat spul onverteerbaar, maar paarden halen hun energie er juist uit, met behulp van schimmels, bacteriën en gisten die in de dikke darm leven. In het Engels zeggen wetenschappers dan dat paarden ‘hind-gut fermenters’ zijn. Oftewel: ze verteren het grootste gedeelte van hun voedsel met het achterste gedeelte van hun maagdarmstelsel. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld herkauwers zoals koeien, waar het grootste gedeelte van de vertering verder naar voren, in de verschillende magen plaatsvindt.
Arm hooi?
We willen voor onze paarden daarom vezelrijk en ‘arm’ hooi. Maar soms is dat té arm. Hoe zit dat? Paarden verdragen hooi met veel vezels en een laag suikergehalte het beste. Daar worden de micro-organismen in de dikke darm namelijk blij van. Vezelrijke en houtige planten vormen ook de basis van het paardendieet in de vrije natuur. Daar eten ze gras, kruiden, struiken en takken. Maar arm hooi dat wij als paardeneigenaar uit bijvoorbeeld natuurgebieden of van speciale paardenweilanden halen, is vaak óók arm aan bepaalde essentiële voedingsstoffen zoals mineralen en vitaminen. Dat komt onder meer door de soms eenzijdige manier van bemesten en door het verarmen van onze bodems. Zeker hooi dat van zandgronden komt, zal vaak arm aan mineralen en spoorelementen zijn. De hoeveelheid magnesium en calcium in het Nederlandse en Belgische hooi bijvoorbeeld, is de afgelopen decennia gemiddeld gedaald. Niet alle dagelijks benodigde mineralen zitten dus in ruwvoer. En ook niet in vers gras, trouwens.
Vitaminen?
Voor de vitaminen in hooi geldt iets anders. Die vervallen als je hooi langer bewaart. In vers gras zit genoeg vitamine C, A en E voor paarden. Maar als je het gras droogt en er hooi van maakt dan gaan deze vitaminen verloren. Na een paar maanden opslag zitten er weinig tot geen vitaminen meer in hooi. Je paard maakt wel een klein voorraadje aan van bijvoorbeeld vitamine E in de lever, maar als het maandenlang niet in het ruwvoer zit, moet je toch gaan aanvullen. Want je paard heeft wel dagelijks behoefte aan vitaminen. Als hij niet op vers gras staat, ligt dus ook een vitaminetekort op de loer.
Behoefte verschilt
Hoeveel vitaminen en mineralen een paard nodig heeft, naast het ruwvoer, is dus afhankelijk van het ruwvoer dat je geeft en hoeveel uren per dag je paard op vers gras staat. Daarnaast is van belang wat je paard doet. Het lichaam van een sportpaard verbruikt namelijk meer mineralen en vitaminen voor de arbeid die hij levert en om zijn spieren in conditie te houden. Als een paard veel zweet raakt hij bovendien mineralen zoals natrium, chloride en kalium kwijt. Een fokmerrie verbruikt veel silicium, calcium, fosfor en magnesium voor de groei van het veulen en – na de bevalling – het produceren van melk. Een gestrest paard verbruikt meer antioxidanten zoals vitamine C en meer magnesium. Het is dus per paard een beetje verschillend.
Voedingsbehoefte verschilt per ras
Daarnaast heeft ook het ras van je paard invloed op de voedingsbehoefte. Sobere rassen heten niet voor niets zo. Ze hebben niet zoveel nodig. Maar let op: dan gaat het vooral om energie. Rassen zoals Shetlanders, IJslanders en trekpaarden gaan veel efficiënter om met schaars voedsel en krijgen allerlei gezondheidsproblemen als hun voer te veel suiker en zetmeel bevat. Maar dat neemt niet weg dat ook ‘sobere’ rassen vitaminen en mineralen nodig hebben! Zelfs al is hun energiebehoefte meestal wat lager dan dat van warmbloedpaarden.
Basisbehoefte dekken met balancer
Natuurlijk kun je een voedingsdeskundige laten uitrekenen wat jouw paard extra nodig heeft, op basis van het hooi dat hij dagelijks krijgt. Voor mensen die een constante kwaliteit hooi kunnen voeren uit één partij is dat een hele goede oplossing. Maar als je wisselende partijen hooi hebt of als je paard deels op hooi en deels op gras staat, is dat misschien in de praktijk lastig. Dan is het handig dat er balancers zijn. Dit zijn brokjes (of koeken), waar niet te veel suikers en zetmeel aan zijn toegevoegd, die de dagelijkse basisbehoefte aan vitaminen en mineralen dekken. Een eenvoudige manier om te garanderen dat je paard niet snel iets tekort zal komen.
Extra’s nodig?
Sportpaarden, fokdieren en dieren met bijvoorbeeld een slecht immuunsysteem kun je daarnaast wat extra geven. Zij kunnen tekorten ontwikkelen aan bepaalde vitaminen of mineralen. Zo is vitamine E in een goed opneembare vorm (natuurlijke vitamine E) vaak verstandig voor sportpaarden, evenals magnesium in een organische verbinding (magnesiumchelaat). Gestreste dieren kunnen ook baat hebben bij magnesium en daarnaast bij de antioxidante werking van vitamine C in bijvoorbeeld een rozenbottelextract. Paarden die veel zweten kun je vloeibare elektrolyten geven om de tekorten aan te vullen. En als je zeker wilt weten dat je paard ook alle spoorelementen binnenkrijgt, voeg je geconcentreerde mineralen uit de Beringzee toe aan een emmer water. Je paard kan dan zelf kiezen of hij deze mineralen wil opdrinken. Want gelukkig weten de meeste paarden zelf ook wat ze nodig hebben!