Ruwvoer 2.0: Wat voer ik mijn paard?
Over het voeren van paarden zijn de meningen de laatste decennia flink veranderd. Toen paarden nog op het land moesten werken, was het belangrijk dat ze snel veel energie konden opnemen en werden brokken ideaal gevonden. Paarden kregen bovendien vaak hetzelfde ruwvoer als melkvee. Maar een paard is geen koe en ook geen mens. Paarden hebben een uniek spijsverteringsstelsel. Het is verstandig om daar rekening mee te houden bij het kiezen van ruwvoer. Voeren 2.0 dus!
Voeding
13 mei '22 • 3 min leestijd
Om te beginnen heeft een koe vier magen en is ze een herkauwer. Dat betekent dat een groot gedeelte van de vertering al plaatsvindt voordat het voedsel de darmen bereikt. Een paard verteert daarentegen vooral in het achterste gedeelte van het spijsverteringskanaal: in de dikke darm en de blinde darm. Daar vindt de vertering van vezels plaats, met behulp van miljoenen bacteriën en andere micro-organismen. Een paard haalt zijn energie vooral uit vezels, die omgezet worden in vluchtige vetzuren. Vezels zitten vooral in ruwvoer, niet in brokken.
Vooral veel vezels
Het is voor een paard dus belangrijk dat hij voldoende vezels, oftewel ruwvoer, krijgt. Dat ruwvoer moet een goede kwaliteit hebben en liefst stengels bevatten. Het moet liever niet te rijk zijn aan suikers en eiwitten, omdat het dan teveel gaat gisten in het voorste gedeelte van de darmen. Dan kan er gasvorming optreden. Droog en onverpakt hooi, dat is gewonnen van een kruidenrijk grasland en een variëteit aan vezels en ingrediënten bevat, is het beste voor paarden. Nat kuilgras is typisch koeienvoer: geschikt voor een dier dat vier magen heeft en veel melk moet produceren. Paarden zijn minder goed in het verwerken van kuilgras. Al vinden ze het vaak wel heel lekker!
Andere soorten ruwvoer
Naast hooi en kuilgras worden soms ook andere vormen van ruwvoer gegeven. Vroeger gaf men nog wel eens gehakselde mais. Dit is ook een typisch koeienvoer. Mais bevat veel zetmeel en paarden zijn niet zo goed in het verwerken daarvan. Tegenwoordig wordt er ook vaak luzerne of timothee aan paarden gegeven. Dit draagt bij aan de variatie. Luzerne bevat vrij veel eiwit en calcium. Het kan voor paarden die in de sport lopen, drachtig zijn of gevoelig zijn op hun maag een goede aanvulling zijn. Kies dan wel voor luzerne die niet al te stekelig is, anders is het alsnog niet prettig voor de maagwand. Timothee is een inheemse grassoort die relatief veel stengel heeft en wat minder blad. Dat betekent dus ook: meer vezels. Het is daarom een geschikte plant voor in de weide of in het paardenhooi. Zowel luzerne als timothee stimuleren je paard om meer te kauwen, waardoor meer speeksel wordt aangemaakt. Dit is goed voor de spijsvertering.
Grasbrok en bietenpulp
Voor paarden die geen weide tot hun beschikking hebben zijn ook grasbrokken of hooipellets een aardig alternatief. Bietenpulp bestaat ook vooral uit vezels. Sommige mensen denken dat hier veel suiker in zit, maar dat klopt niet. De vlokken of brokjes worden geperst uit de vezels die overblijven nadat de suiker uit de bieten geperst is. Bietenpulp moet je wel altijd weken, anders loop je het risico dat je paard een slokdarmverstopping krijgt. Let wel op: met bietenpulp vul je vooral jouw paard, maar voed je niet. Wij zijn dan ook geen voorstander van het standaard voeren van bietenpulp, er zijn mooiere alternatieven zoals bijvoorbeeld diverse mashes van Agrobs en Vitalbix.
Kruidenballen en takken
Voor paarden die niet in de wei komen, is het lekker en goed voor de variatie om verschillende verse planten en kruiden in een kleine hooibal aangeboden te krijgen. Pluk bijvoorbeeld grassen uit de berm, paardenbloemen en kleefkruid. Brandnetels kan je afknippen en een dagje drogen, zodat de prik eruit gaat. Je kan dit aanvullen met bijvoorbeeld rozenbottels. Ook is het fijn om je paard af en toe een paar takken te geven om op te knagen, bijvoorbeeld van de wilg. Ook hiermee krijgen ze extra vezels binnen.
Conclusie: Zorg voor variatie, maar vooral veel vezels!
Paarden hebben een unieke spijsvertering en veel behoefte aan vezelrijk ruwvoer. Daarom is onverpakt en stengelig hooi van goede kwaliteit de basis voor het paardenrantsoen. Daarnaast zijn er nog enkele alternatieve soorten ruwvoer die kunnen bijdragen aan de variatie en die het kauwen kunnen stimuleren. Ook kun je wat kruiden en takken toevoegen voor de variatie.
Ruwvoer 2.0:
- Goede kwaliteit vezelrijk hooi is de basis, liefst onbeperkt gevoerd
- Eventueel aanvullen met wat luzerne
- Eventueel aanvullen met wat timothee
- Grasbrok als alternatief voor paarden die weinig in de wei staan
- Kruiden en takken zijn een fijne afwisseling