Functie en anatomie van de paardenmaag
Paarden hebben een bijzonder en gevoelig spijsverteringsstelsel. Het hele proces ‘van mond tot kont’ is behoorlijk ingewikkeld. De maag van een paard is een essentieel en gevoelig onderdeel van dit spijsverteringsproces. Hoe ziet die maag er eigenlijk uit en hoe functioneert een gezonde paardenmaag?
Organen
Spijsvertering
22 september '23 • 4 min leestijd
Een paard heeft een heel lang maagdarmstelsel, maar de paardenmaag is relatief klein. Maar… door die kleine maag moeten wel dagelijks enorme hoeveelheden voedsel en water. Een volwassen paard heeft elke dag ruim 1 procent van zijn lichaamsgewicht aan droge stof nodig. Dat is maar liefst 30 tot 45 kilo vers gras of 7,5 tot 12 kilo hooi. Daarnaast drinkt een paard zo’n 25 liter water per dag. Als het paard moet werken of als het heet is zelfs nog veel meer!
Geen rek
Een paardenmaag heeft geen rek. Bij een volwassen paard kan de maag maximaal zo’n 25 liter bevatten, bij een kleine pony slechts vijf liter. Voedsel blijft ongeveer 1,5 uur in de maag, dus er zit een limiet aan de hoeveelheid voer die de maag per uur kan verwerken. Teveel voer kan tot overlading van de maag leiden en zelfs tot een scheuring (maagruptuur). Dit is meestal dodelijk. Vanwege de beperkte capaciteit van de paardenmaag is het belangrijk dat voer in kleine porties wordt aangeboden. Vooral krachtvoer, dat een paard vlot kan opeten, vult de maag snel. Sneller dan dat deze geleegd wordt. Omdat een paard langer op ruwvoer moet kauwen, geeft (veel) hooi geen risico op overlading van de maag. Hooi kan daarom onbeperkt gevoerd worden. Van krachtvoer (biks of muesli) mag je maximaal één kilo per voerbeurt geven.
Anatomie van de paardenmaag
De maag bestaat uit twee helften. De bovenste helft noem je het slokdarmgedeelte, dit is het stuk waar het voedsel vanuit de slokdarm de maag binnen komt. De onderste helft heet het bodemgedeelte, hier bevindt zich ook de uitgang naar de dunne darm en de rest van het spijsverteringskanaal. De afbraak van koolhydraten en eiwitten begint in het slokdarmgedeelte van de maag. Deze bovenste helft van de maag is wat minder zuur en er leven bacteriën die beginnen met het afbreken van koolhydraten en eiwitten uit het voer. Hierbij ontstaan onder meer melkzuur en vluchtige vetzuren. Deze stoffen worden verderop in de darmen omgezet naar opneembaar eiwit. Wanneer er veel zetmeel en suikers in het voer zitten, zoals bij krachtvoer, ontstaat meer melkzuur. Dit geeft een groter risico op maagzweren in het bovenste stuk van de maag. Voer dat veel vezels bevat is belangrijk, het zorgt ervoor dat de bovenste helft van de maag niet te zuur wordt. In het bodemgedeelte van de maag zitten klieren die maagsap en het enzym pepsine afscheiden. Maagsap bevat veel zoutzuur. Dit zuur doodt schadelijke bacteriën, schimmels en gisten die in het voer kunnen zitten. Het enzym pepsine zorgt voor de start van de afbraak van eiwitten. De maagspieren trekken samen en zorgen ervoor dat voedsel goed met het maagsap gemengd wordt. Zo ontstaat een voedselbrij.
Tijd nodig
In het bodemgedeelte van de maag zit dus een soort brij. Daarbovenop ligt een laag met vloeistof. Het vloeibare voedsel (fijn gekauwd met water en speeksel) stroomt direct door van de maag naar de darm. Op de bodem van de maag heeft het zure maagsap tijd nodig om door te dringen in de voedselbrij en zo schadelijke micro-organismen te doden. Wanneer de doorstroomsnelheid van de maag te hoog wordt omdat er te veel voer in één keer binnenkomt, kan het maagsap niet genoeg inwerken. Dat kan ook gebeuren als het voer te vloeibaar is, of als het voer weinig ruwe celstof bevat. Voedermiddelen met veel zetmeel of bijvoorbeeld veel tarwe kunnen gaan klonteren in de maag. Als het maagsap niet lang genoeg kan inwerken, kunnen schadelijke bacteriën en gisten overleven in de maag en doorreizen naar de darmen. In de dunne darm kunnen deze micro-organismen dan gassen gaan produceren en dit kan weer leiden tot koliek.
Rol van stress
Een paardenmaag is erg gevoelig. Niet alleen voor te veel krachtvoer, maar ook voor te weinig ruwvoer of te lange tussenpozen tussen ruwvoerbeurten. Omdat een paardenmaag continu maagsap aanmaakt, moet er regelmatig vezelrijk voer in. Anders wordt de maag té zuur en ook dan kunnen maagzweren ontstaan. Het maagsap uit de onderste helft van de maag kan dan te ver naar boven ‘opspatten’. Omdat de maagwand in het slokdarmgedeelte minder goed bestand is tegen zuur dan de wand in het onderste deel, kunnen beschadigingen en zweren ontstaan. Ook stress is slecht voor de paardenmaag. Een paard met stress kan minder maagsap gaan produceren dan normaal. Daardoor kunnen schadelijke micro-organismen overleven tot in de darmen. Eenmaal daar aangekomen, kunnen ze te veel gas produceren en problemen veroorzaken.
Maag ondersteunen
Om de maag van je paard gezond te houden, is regelmatige (of liefst continue) beschikbaarheid van kwalitatief goed droog hooi erg belangrijk. Je paard mag niet te lang zonder voer staan! Wanneer je paard krachtvoer krijgt, zorg er dan voor dat je nooit meer dan twee kilo per voerbeurt geeft en zorg voor krachtvoer met een niet al te hoog suiker- en zetmeelgehalte. Ook moet je zorgen voor een zoveel mogelijk stressvrije omgeving, met sociaal contact en voldoende vrije beweging voor je paard. Minder stress betekent namelijk ook: minder maagproblemen. Wanneer je de maag van je paard wilt ondersteunen met een natuurlijk supplement, dan is het Indiase kruidenmengsel Triphala een mooie optie. Dit is een poeder van drie soorten gedroogde vruchten. Dit supplement ondersteunt de spijsvertering, waaronder het zuur-base evenwicht in de maag. Ook helpt Triphala bij het bestrijden van stress.