Voer fijnmalen met de kiezen en vermengen met overvloedig speeksel is de eerste – belangrijke - stap in de spijsvertering bij paarden. Een paard dat goed kan kauwen en een gezond gebit heeft, zal minder snel problemen krijgen met het maagdarmstelsel. En wanneer de spijsvertering op orde is, is de kans groter dat je paard gezond blijft.

Blijven slijten

Paarden eten in het wild maar liefst 16 tot 18 uur per dag. Een ware slijtageslag voor de tanden en kiezen. Maar dat is precies de bedoeling, want de tanden van een paard komen langzaam maar zeker steeds verder naar buiten. Dus die slijtage is nodig. Een paard dat zacht hooi eet en niet aan boomstammen knaagt, zal veel minder slijtage aan de tanden hebben dan een wild paard. Ook slijten de tanden vaak minder regelmatig af als paarden zachter voer krijgen dat minder vezels bevat. Een controle is dus ten eerste van belang om het gebit mooi recht en aansluitend te houden. Een scheef of slecht sluitend gebit is niet prettig en zorgt ervoor dat er minder goed gekauwd kan worden. Naast slijtage aan de tanden en kiezen kunnen ook tandvleesproblemen of ontstekingen ertoe leiden dat je paard minder goed kauwt. Door jaarlijks het gebit na te kijken, houd je in de gaten of de hele mond gezond is. Paarden geven het vaak slecht aan, als ze daar pijn hebben.

Haken

Aan de buitenkant van de bovenkiezen en aan de binnenkant van de onderkiezen hebben paarden scherpe emailpunten. Dit zijn een soort scherpe uitsteeksels in het glazuur van de tanden. De punten, ook wel ‘haken’ genoemd, kunnen in de wang duwen en zo ongemak geven bij het eten. Maar ook tijdens het rijden kunnen deze haken in de wang duwen. Zo ontstaan soms zelfs kleine wondjes! Het is daarom verstandig om de scherpe randen jaarlijks bij te laten werken en af te ronden. Door goed onderhoud voorkom je problemen.

Jonge paarden

Bij jonge paarden is het gebit een extra aandachtspunt. Als ze drie, vier of vijf jaar zijn wisselen ze namelijk en dat kan voor ongemak zorgen. Bijvoorbeeld omdat de ‘doppen’ van de melkkiezen blijven zitten. Ook de zogenaamde wolfskiesjes kunnen problemen veroorzaken, vooral als een paard een bit in krijgt. Laat het gebit van een jong paard dus regelmatig nakijken en zéker voordat je gaat beleren. Misschien moeten er wolfskiesjes verwijderd worden voordat er een bit in de mond van je jonge paard kan. Of zijn er pijnlijke haken die voor verzet gaan zorgen. Pas als het gebit van je jonge paard is nagekeken, kun je veilig en verantwoord beginnen met de opleiding.

Oudere paarden

Bij volwassen paarden moet jaarlijks nagekeken worden of het gebit niet scheef afslijt en of er geen scherpe haken ontstaan. Naarmate het paard ouder wordt, kunnen de kiezen ver afslijten. Oudere paarden kunnen daardoor niet altijd meer goed kauwen. Ook loszittende kiezen en de tandvleesaandoening paradontitis kunnen pijnklachten veroorzaken. Daarom moet je ook senior paarden regelmatig laten checken. Veel dierenartsen bieden een gebitscontrole aan bij de jaarlijkse enting. Dan zijn ze er toch, dus dat is een mooi moment om gelijk even te kijken!