Wormen bij je paard: vele soorten en maten

Paarden kunnen verschillende soorten parasitaire wormen met zich meedragen. De meeste van deze parasieten veroorzaken problemen in het darmstelsel. Maar er zijn ook wormen die in de maag gaan zitten. We hebben de belangrijkste soorten wormen voor je op een rijtje gezet én geven je een paar tips over preventie.**

Alle soorten wormen hebben een eigen levenscyclus. Die cyclus bepaalt ook hoe een paard de parasieten binnenkrijgt en hoe je ze het beste bestrijdt. Meestal gaat het als volgt: In de mest van een paard kunnen wormeneitjes zitten. Deze eitjes ontwikkelen zich in de mest tot kleine larven. Wanneer jouw paard in de buurt van deze mest graast, kunnen deze zeer besmettelijke larven opgenomen worden. De opgegeten larven gaan door het lichaam naar plekjes waar ze zich nestelen. Soms is dat in de darmwand, soms in de maag. Daarna groeien de larfjes uit tot wormen. Volwassen wormen leggen weer eitjes, die uiteindelijk via de mest van je paard naar buiten komen. En dan begint de cyclus opnieuw. Op een vochtige bodem kunnen wormeneitjes en larfjes langere tijd in leven blijven.

Rode bloedworm

Een van de bekendste parasieten bij paarden is de rode bloedworm, oftewel kleine strongylid. Deze komt vaak bij jonge paarden voor, maar kan ook oudere paarden infecteren. Bijvoorbeeld als een ouder paard in de paddock staat met jongere dieren. Het zijn kleine, dunne, rode wormpjes die je soms in de mest terugvindt. Rode bloedworm zit vooral in de dikke darm en kan beschadigingen en in ernstige gevallen ook koliek veroorzaken.

Spoelworm

Ook spoelwormen vind je vooral bij jonge dieren. Vooral bij veulens en jaarlingen. Het zijn erg grote, dikke witte wormen. Veulens moeten er regelmatig tegen behandeld worden met een speciale wormenkuur, anders kunnen spoelwormen grote problemen veroorzaken. Ze beginnen in de darmen, maar kunnen ook bijvoorbeeld de longen en lever beschadigen. In de darmen kunnen de grote wormen een blokkade en koliek veroorzaken. Daarom wordt samen met de speciale wormenkuur tegen deze wormen soms ook parafine-olie gegeven aan besmette paarden. Zo komt de mest met wormen gemakkelijker uit de darmen en ontstaat er geen verstopping.

Lintworm

De lintworm is niet superveelvoorkomend, maar wel een beetje ‘sneaky’. Deze worm wordt namelijk niet gevonden bij mestonderzoek. Lintwormen worden heel lang. Ze kunnen zich vastbijten in de darm en daar koliek veroorzaken. Lintworm kan je alleen bestrijden met een breedspectrum wormenkuur. Er is tegenwoordig wel een speekseltest voor lintworm, zodat je kan zien of je paard besmet is.

Horzels

Horzels leggen eitjes in de vacht van paarden, vooral als ze in de wei staan. Deze eitjes (te zien als kleine wit-gele stipjes) worden vervolgens opgegeten door paarden als ze zichzelf krabben met hun mond. Of de eitjes worden opgenomen door andere paarden, als ze elkaar kriebelen. De larven van de horzels ontwikkelen zich daarna in de maag van het paard. Dat gebeurt in het najaar. Omdat de horzellarven zich vastbijten in de maagwand, kan dit maagschade geven. Veel mensen ontwormen daarom tegen horzels in de loop van het najaar.

Aarsmaden

In tegenstelling tot veel andere parasieten, zitten aarsmaden vaak met slechts één of enkele exemplaren tegelijk in je paard. Je kan herkennen dat je paard een aarsmade heeft door het kapotschuren van de staart. De aarsmade legt namelijk eitjes rond de anus van het paard en dat jeukt enorm. Het is belangrijk om een aarsmade goed aan te pakken volgens een speciaal behandelschema. Anders komen de aarsmaden steeds terug.

Maagworm

Habronema-wormen zijn in Nederland nog vrij onbekend, maar het lijkt alsof ze de laatste tijd vaker voorkomen. Ze hebben een wat ingewikkelde levenscyclus. De wormen leven in de paardenmaag en scheiden hun eitjes uit met de mest. Op die mest worden ook vliegeneitjes gelegd, die tot maden uitgroeien. De Habronema-larfjes die ook in de mest zijn uitgekomen, infecteren vervolgens de maden van de vliegen. Nadat deze maden uitgegroeid zijn tot volwassen vliegen kunnen ze de Habronema-larven afzetten op vochtige plekken op het paardenlichaam zoals wondjes of de slijmvliezen. Alleen larfjes die in of rond de mond afgezet worden, worden doorgeslikt en kunnen hun levenscyclus afmaken. Je kan zien dat je paard met deze larfjes geïnfecteerd is, doordat er kleine ronde wondjes op de lip ontstaan. Neem contact op met dierenarts als je deze ziet, de Habronema-wormen kunnen met ivermectine of moxidectine bestreden worden.

Preventie van wormen

Het voorkomen van een wormenbesmetting is natuurlijk beter dan het bestrijden ervan. Rode bloedworm, lintworm en spoelworm bestrijd je het beste door het schoonhouden van de wei en de paddock en door je paarden regelmatig te verweiden om het land rust te geven. De eitjes en larfjes verdwijnen dan uit de bodem. Hoe langer (besmette) mest blijft liggen hoe groter de kans is op verspreiding van een wormbesmetting. Om horzelinfecties te voorkomen kan je de eitjes uit de vacht van je paard verwijderen, bijvoorbeeld met een puimsteen. En de Habronema-wormen kun je het beste bestrijden door contact met vliegen te voorkomen, door bijvoorbeeld een vliegenkap op te doen. Daarnaast is het verstandig om meerdere keren per jaar mestonderzoek te laten doen.

Bronnen:

Worm &Co: https://www.wormenco.nl/posts/2021/1076/even-voorstellen-habronemiasis

Dierenarts Iris van Gulik

Vragen? AskHELTIE!

Ben je op zoek naar advies over jouw hond of paard? Of wil je meer weten over aandoeningen of ingrediënten? Neem gerust contact op met AskHELTIE en we helpen je graag! .