Wat is het verschil tussen Cushing en diabetes?
Diabetes mellitus (suikerziekte) en het syndroom van Cushing (ook wel hyperadrenocorticisme genoemd) zijn twee verschillende ziektes. Honden kunnen één van beide aandoeningen krijgen, of allebei. Er zijn wat overeenkomsten tussen deze twee ziektes, maar ook verschillen. We zetten het voor je op een rij.
Ziekten
28 januari '25 • 4 min leestijd
Het verschil tussen Cushing en diabetes kan soms wat onduidelijk zijn. Bij beide ziektes gaan honden namelijk veel drinken en veel plassen en bij beide ziektes kan speciale diabetes-voeding je hond ondersteunen. Toch zijn de twee ziektes verschillend in oorzaak, behandeling en deels ook symptomen.
Cushing
Het syndroom van Cushing wordt veroorzaakt door te veel cortisol, een hormoon dat door de bijnieren wordt geproduceerd. De overproductie kan te wijten zijn aan een tumor in de bijnieren of de hypofyse, of het gevolg zijn van langdurige corticosteroïdebehandeling.
Symptomen van Cushing:
- Meer dorst en vaak plassen
- Extra eetlust
- Spierafbraak, spierzwakte
- Opgezwollen buik, gewichtstoename
- Vermoeidheid, lsuteloosheid
- Vachtverlies, kale plekken en huidaandoeningen
- Neurologische symptomen zoals toevallen en verlies van gezichtsvermogen
De behandeling van Cushing bestaat meestal uit medicatie om de cortisolproductie te verminderen. Soms is een operatie nodig.
Diabetes
Diabetes mellitus wordt ook wel suikerziekte genoemd. Bij diabetes is er een verstoring in de insulineproductie. Insuline is nodig voor het stabiel houden van de bloedsuikerspiege. Bij een tekort aan insuline wordt suiker uit voedsel niet meer goed opgenomen in de cellen. De glucose blijft hierdoor in het bloed en kan allerlei gezondheidsproblemen veroorzaken. Diabetes kan te maken hebben met overgewicht, dieet en ouderdom, maar ook het gevolg zijn van andere (hormonale) aandoeningen of ontstaan tijdens de zwangerschap.
Er bestaan vier types diabetes bij honden:
Diabetes type 1 (insuline-afhankelijk): De meest voorkomende vorm, ongeveer de helft van de honden met diabetes heeft type 1. Het komt vooral voor bij honden vanaf drie jaar oud. Bij dit type produceert de alvleesklier onvoldoende insuline. Daardoor wordt het suikergehalte in het bloed te hoog. Om type 1 te behandelen zijn meestal dagelijkse insuline-injecties nodig.
Diabetes type 2: Dit type komt maar zelden voor bij honden, wel bij katten. Bij dit type wordt er wel voldoende insuline in het lichaam aangemaakt, maar reageren de cellen in het lichaam niet of nauwelijks. Hierdoor is het suikergehalte in het bloed te hoog.
Diabetes type 3 (secundaire diabetes): Ontstaat door andere gezondheidsproblemen zoals pancreatitis, langdurig gebruik van bijvoorbeeld corticosteroïden of door de hoge cortisolniveaus in het bloed bij Cushing. Sommige hormonen, zoals cortisol, kunnen ervoor zorgen dat het hondenlichaam niet meer goed reageert op de aangemaakte insuline. Het gevolg is dat de alvleesklier extra hard moet werken en een tekort aan insuline ontstaat. Om Diabetes type 3 te behandelen moet je ook de onderliggende oorzaak aanpakken.
Diabetes type 4 (zwangerschapsdiabetes): Dit type komt alleen bij dragende teefjes voor. Het vruchtbaarheidshormoon progesteron veroorzaakt deze soort van diabetes. Gesteriliseerde teefjes hebben geen last van deze vorm van diabetes, het kan wel ontstaan bij loopse teefjes. Zwangerschapsdiabetes kan dodelijk zijn voor teef en pups, maar als de zwangerschap voortijdig wordt afgebroken of als de pups geboren zijn, verdwijnt de diabetes meestal weer snel. Het komt vaker voor bij wat oudere teefjes.
Symptomen van diabetes bij honden:
- Meer dorst en vaak plassen
- Extra eetlust en tegelijkertijd vermagering
- Vermoeidheid
- Hond ruikt raar
- Troebele ogen
De behandeling van suikerziekte bestaat meestal uit dagelijkse insuline-injecties, een dieet met beperkte suikers en koolhydraten, en regelmatige controle van de bloedsuikerspiegel.
Cushing en diabetes tegelijk?
Honden kunnen zowel het syndroom van Cushing als diabetes hebben. Kleinschalig onderzoek heeft laten zien dat diabetes vaak de eerste aandoening is die geconstateerd wordt. De diagnose Cushing volgt meestal pas later, als blijkt dat de hond niet goed reageert op het inspuiten van insuline. Maar dat wil niet zeggen dat diabetes de oorzaak van Cushing is! Het is juist vaak andersom. De hoge cortisolniveaus die bij Cushing in het bloed ontstaan, zorgen voor verstoring van de bloedsuikerspiegel. Een (langdurig) teveel aan cortisol is schadelijk voor de gezondheid en verstoort allerlei lichaamsprocessen. Honden met Cushing neigen naar wat hogere bloedsuikerspiegels, waardoor op termijn diabetes kan ontstaan. Het is daarom goed om de bloedsuikerspiegel van een hond met Cushing af en toe te laten controleren en te vermijden dat de hond erg suikerrijk voer krijgt of te dik wordt. Cortisol werkt op een heel aantal vlakken tegengesteld aan insuline. Als er te veel cortisol in het bloed zit, kan insulineresistentie ontstaan, waarbij het lichaam minder goed op insuline reageert. Er is dan steeds meer insuline nodig om de bloedsuikerspiegel te reguleren en de alvleesklier kan uitgeput raken, waardoor diabetes type 3 ontstaat.
Bronnen:
Landelijk Informatiecentrum Gezelschapsdieren