Het belang van vezels voor paarden

Vezels zijn enorm belangrijk voor het verteringsstelsel van paarden. Ook zorgt vezelrijk voer ervoor dat het paard meer moet kauwen waardoor de speekselproductie meer op gang komt. Paarden kennen ook geen vol gevoel in hun maag, het volle (voldane) gevoel komt door het vele kauwen. Dus hoe structuurrijker de voeding, hoe beter dit is voor de spijsvertering van jouw paard.

Bevorderen van speekselproductie

Vezelrijke voeding vraagt meer werk van het paard om het te kunnen verteren. hooi, stro en luzerne zijn producten die een hoog vezelgehalte hebben. Paarden moeten op deze producten lang kauwen. Door het kauwen komt de speekselproductie op gang. Speeksel heeft het paard nodig om het voedsel soepel en vochtig te maken zodat het gemakkelijker door de slokdarm glijdt. Maar speeksel heeft ook een belangrijke functie voor de maag, het neutraliseert namelijk het maagzuur waardoor de kans op maagzweren wordt verkleind.

Vezels zijn een energiebron

Voor paarden zijn vezels noodzakelijk, het is namelijk de belangrijkste energiebron. Maar paarden kunnen zelf de vezels niet afbreken, daarvoor zijn dambacteriën nodig. Deze bacterien helpen bij de afbraak van de vezels in vetzuren. Deze vetzuren kan het paard wel gebruiken als energiebron. Het dieet van een paard dient voor minimaal 50% uit vezels te staan. Voor paarden die weinig arbeid verrichten of gemakkelijk aankomen (bijvoorbeeld koudbloeden) mag dit percentage zelfs nog veel hoger zijn. Deze paarden hebben geen granen of vetbron extra nodig als energiebron.

Paarden halen niet alleen uit het hooi en gras vezels, maar ook uit kruiden en takken. Ook bevatten oudere gewassen meer vezels dan jongere gewassen. Om die reden is doorgeschoten gras beter voor het paard dan het jonge voorjaarsgras dat relatief weinig vezels bevat.